BMK, BOinK en BK schreven samen een brief aan minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat naar aanleiding van haar besluit half juli 2020, om de toelating van de Stint, nu BSO bus geheten, uit te stellen.
Wij plaatsen de nodige vragen bij dit besluit en we zijn zeer teleurgesteld over de lange duur van de aanvraagprocedure inzake de toelating van de Stint, schrijven we in de brief.
In onze bief geven we aan dat veel leden in vertrouwen aanbetalingen hebben gedaan om de vernieuwde Stint zo snel mogelijk in gebruik te kunnen nemen. Inzet van het convenant was om vóór 1 september 2019 de Stint weer de weg op te krijgen. En nu stelt de minister ineens voor om te wachten op een nieuw te ontwikkelen methodiek van het SWOV om een risico-inventarisatie te doen. Terwijl het SWOV al vanaf het begin heeft aangegeven dat zij kritiek heeft op de beleidsregel en dan m.n. op de vragen zoals die in de Memorie van Toelichting zijn genoemd. Wij vinden het onbegrijpelijk dat het SWOV nu van de minister de mogelijkheid krijgt om, lopende de aanvraagprocedure, de beleidsregel aan te passen. Hierdoor wordt de beleidsregel met terugwerkende kracht buiten werking gesteld en kinderopvangorganisaties worden hierdoor ernstig benadeeld. We geven aan dat we ons afvragen of hier geen sprake is van onbehoorlijk bestuur.
Ook geven we aan dat we het lastig vinden dat het gehele aanvraagproces achter gesloten deuren plaats heeft gevonden. Er is daardoor geen enkele maatschappelijke of democratische controle mogelijk. Wij verzoeken om openheid.
Tenslotte zijn we teleurgesteld over het uitblijven van een goed technisch onderzoek naar de e-bakfietsen, en zijn niet tevreden over de wijze waarop de minister aan de Kamer heeft gerapporteerd over de e-bakfietsen.