Beste leden,

 

Ik wil jullie heel hartelijk danken voor de vele aardige mailtjes die ik heb ontvangen en het begrip voor mijn keuze om een hoge plek op de GroenLinks-lijst voor de Tweede Kamer te accepteren. Laat ik helder zijn. Ik had het liever gedaan na minstens drie jaar jullie voorzitter te zijn geweest. Maar zo werken politieke kansen helaas niet.

 

Weet wel dat jullie in mij een ambassadeur hebben gevonden om ook in Den Haag het belang van kinderopvang te laten zien. Een ambassadeur voor een publiek gefinancierde basisvoorziening om kinderen gelijke kansen te geven en samen op te laten groeien. Een ambassadeur voor doorlopende leerlijnen en een brede ontwikkeling van kinderen.

Om mijn vertrek bij de BMK niet abrupt te maken, maar een logisch einde te geven, heb ik mijn rol een beetje geherdefinieerd. Ik hoop dat jullie me dat willen vergeven. Ik heb mezelf gemaakt tot voorzitter van de BMK in pioniersstadium. En dat pionieren is nu wel zo’n beetje af. We zijn een gevestigde partij! En dat maakt dat mijn vertrek samenvalt met de afronding van een fase.

 

(…)

 

We zijn nu voorbij een kritische grens. Wij staan vol overeind – als service-organisatie, als netwerk-organisatie en als krachtig lobby-instrument. En we kunnen ons met volle kracht inzetten om onze doelen dichterbij te brengen.

Het afgelopen jaar heb ik gemerkt dat het speelveld in de kinderopvang verschoven is. Dat durf ik mezelf niet toe te rekenen. Maar de komst van de BMK heeft er wel mee te maken, net zoals het er overigens een voortvloeisel van is. Kinderopvang werd jaren gezien als een dienst aan ouders. Zij konden gaan werken als hun kroost goed ondergebracht was. Daarna ontstond het besef dat kinderopvang ook goed kon zijn voor de ontwikkeling van kinderen mits het een stimulerende en veilige omgeving was. Er werden daarom steeds meer eisen gesteld aan kinderopvang. Het meest recent is de nadruk op gelijke kansen voor kinderen. Er is sprake van segregatie in onze samenleving, en de huidige manier waarop de kinderopvang georganiseerd is gaat dit te weinig tegen. Het versterkt soms zelfs de verschillende startkansen van kinderen. De vraag hoe kinderopvang kan bijdragen aan het bieden van gelijke ontwikkelkansen en het tegengaan van segregatie is de nieuwe focus in veel discussies.

Zie het SER-rapport, het WRR-rapport. We zien dat de komst van de BMK heel belangrijk is om de nieuwe discussie te laten uitmonden in veranderingen.

 

Kijk naar het overleg met ministeries, en de andere sectorpartijen zoals de PO-raad en Sociaal Werk Nederland. Tot vorig jaar werden kinderopvangorganisaties officieel alleen vertegenwoordigd door de BK. Binnen de BK werd toen hevig gediscussieerd over de wenselijkheid van kinderopvang als basisvoorziening en van volledig geïntegreerde kindcentra waarbinnen onderwijs en kinderopvang samen een afwisselend dagprogramma aanbieden. Door de hoog oplopende interne ruzie was het voor andere partijen moeilijk om verdergaande voorstellen te lanceren dan die waar binnen de BK een compromis over bestond. De BK werd een remmende factor.

De oprichting van de BMK heeft meer ruimte geschapen. Het maakte duidelijk, ook aan de buitenwacht, dat een deel van de kinderopvang hartstochtelijk voorstander is van die publieke basisvoorziening. Voorstander van vestigingseisen door gemeentes. En voorstander van kindcentra waar gewerkt wordt in 1 organisatie, onder 1 leiding en met liefst 1 pot geld.

 

En daardoor komt het meer behoudende deel van de kinderopvang meer in het defensief. Er is steeds meer aandacht voor wat kinderen nodig hebben, en minder voor het per se overeind houden van de ondernemingen als afzonderlijke entiteiten. Met de frictie in de branche, is verandering mogelijk geworden.

 

Ik weet dat een aantal mensen hoopt dat de branche zich weer zal verenigen. Dat zal best een keer kunnen – als de Wet Kinderopvang fundamenteel is gewijzigd, en de inhoudelijk vernieuwing die wij voorstaan, voor integratie, gelijke kansen en een kwalitatief hoogwaardige kinderopvang – is bereikt. Maar voor minder zou ik het niet doen.

 

En als je de tijdgeest zo voelt, is het ook niet nodig om met minder akkoord te gaan. We hebben het tij mee.

 

(…)

 

Rest mij jullie als leden heel erg te danken. Voor jullie lidmaatschap natuurlijk! En voor jullie vertrouwen, betrokkenheid en constructieve steun. Ik heb de gesprekken en discussies met jullie, en de paar werkbezoeken die ik heb gedaan, altijd zeer gewaardeerd. Ik kan alleen zeggen dat het jammer is dat het er niet meer waren. Ik ben vol vertrouwen dat mijn opvolgster een goede nieuwe partner van jullie zal zijn.  En ik wens jullie een behouden vaart, in deze nieuwe fase van de organisatie, en beloof het schip in het vizier te houden.

 

Dank jullie wel.

Kathalijne Buitenweg

Deel dit nieuwsbericht