Maryse Nijhof (beleidsmedewerker BMK) schreef een artikel n.a.v. onderzoeken en interviews binnen de kinderopvangbranche. KinderopvangTotaal plaatste het.

Lees het artikel  in KinderopvangTotaal

Binnen de kinderopvang staat het welzijn van ieder kind voorop en juist dit welzijn, de ontwikkeling en de emotionele veiligheid van kinderen, komt in de coronatijd in het gedrang. Wat kan de kinderopvangbranche betekenen?

Hoe kunnen we concreet bijdragen aan het beperken van de negatieve gevolgen voor kinderen door de coronacrisis? En hoe kunnen we de positieve ontwikkelingen behouden en uitvergroten? De BMK komt met enkele adviezen over hoe de branche juist nu het verschil kan maken voor het welzijn van kinderen.

Méér opvang- en ontwikkelingstijd aanbieden

Wees coulant in het aanbieden van noodopvang. Ook als er nog een derde, vierde, vijfde golf en lockdown dreigen te komen. De definities ‘cruciaal beroep’ en ‘kwetsbaar kind’ laten veel te wensen over en kunnen tot discussies leiden. Maar áls er ruimte is in de kinderopvang of bso en er is voldoende reden om ervan uit te gaan dat het kind er bij gebaat is om te komen (de ouders zitten met de handen in het haar, de taalontwikkeling van het kind komt steeds verder in het gedrang, thuis is het isolement voor het kind te groot etc) kies dan waar mogelijk voor het welzijn van het kind.

VE-aanbod

Realiseer VE-aanbod in de vakanties, zodra hier weer geld voor beschikbaar wordt gemaakt door het ministerie van OCW. De BMK: ‘We hebben bij de landelijke overheid gepleit om alle kinderen 52 weken in plaats van 40 weken opvang aanbod aan te bieden. Voor de komende tijd én voor toekomstige lockdowns zullen we met elkaar moeten blijven nadenken over hoe wij contact en aanbod (online en offline) voor álle kinderen zo goed mogelijk kunnen creëren. Doe dit in overleg met de gemeente, scholen en zorginstellingen.’

Diverse onderzoeken

  • Het Verwey-Jonker Instituut voerde een eerste verkenning uit naar de impact van de eerste ‘intelligente lockdown’ op het bereik van gezinnen in een kwetsbare situatie met kinderen in de leeftijd 0-4 jaar en/of een kinderwens of kindje op komst. Zij deden onderzoek naar het bereik van gezinnen tijdens de lockdown, naar vernieuwende initiatieven die ontstonden, en naar structurele problemen die naar voren kwamen in het systeem van hulp en ondersteuning voor gezinnen in kwetsbare situaties. Lees meer
  • Ook deed het Verwey-Jonker Instituut onderzoek naar de impact van de coronacrisis op gezinnen waar huiselijk geweld speelt. Lees meer
  • Onderzoekers aan de Universiteit Utrecht onderzochten de impact van het coronavirus op het leven van kinderen en adolescenten. Vragen die zij onder meer stellen zijn: Hoe beleeft de jeugd de lockdown en de gevolgen ervan? Wat is de impact van de coronacrisis op hun welzijn? Op de sociale en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen? Wat betekent het sluiten en gedeeltelijk opstarten van het onderwijs voor hun leerprestaties? Kortom: wat heeft deze jeugdige generatie nodig om zich in deze tijd van sociale distantie optimaal te blijven ontwikkelen? Lees meer
  • Het Nederlands Jeugdinstituut heeft een helder overzicht van alle onderzoeken die afgelopen maanden zijn verschenen over de gevolgen van de coronatijd voor kinderen, jongeren en gezinnen. Hieronder lees je per onderwerp korte samenvattingen van deze onderzoeken. Lees meer

Zoeken naar oplossingen

Daarnaast willen we méér met elkaar delen dan alleen het in kaart brengen van gevolgen, kwetsbaarheden en risico’s, stelt de BMK. ‘We willen binnen de branche zoeken naar richting en oplossingen om met deze uitdagingen om te gaan. Hoe kunnen we concreet bijdragen aan het beperken van de negatieve gevolgen voor kinderen? En hoe kunnen we de positieve ontwikkelingen behouden en uitvergroten?’

Twee maatschappelijke kinderopvangondernemers (leden van de BMK) delen de manier waarop zij zich extra hebben ingezet voor kinderen gedurende de laatste lockdown periode:

‘Alle kinderen met een VE-indicatie waren welkom’

Directeur Piet Penning van Stichting Peuterspeelzalen Leiden (SPL) vertelt dat zij tijdens de eerste lockdown veel moeite hebben gedaan om alle gezinnen waar zorgen over waren goed in beeld te krijgen en mee in contact te komen. Tijdens de afgelopen lockdown zijn nagenoeg alle kinderen uit deze gezinnen naar de voorschool gekomen. Daarnaast werd ook noodopvang geboden aan alle andere kinderen met een indicatie voor Voorschoolse Educatie (VE). Het totale bereik lag ongeveer op 50 procent, aan ieder kind dat staat ingeschreven bij de SPL is noodopvang geboden. Wat Piet Penning betreft zijn alle kinderen met een VE-indicatie welkom op de voorschool. ‘Op termijn zijn alle kinderen (ook zonder VE-indicatie) kwetsbaar, omdat zij maanden van ontwikkelingsstimulering en sociaal contact missen.’

Intensief contact met gezinnen

In Amsterdam is er intensief samengewerkt tussen het team VVE van de gemeente en kinderopvangorganisaties. Amsterdam heeft er niet voor gekozen om alle kinderen met een VE-indicatie toe te laten op de noodopvang, maar heeft wel opgeroepen om goed na te gaan voor welke kinderen alsnog noodopvang nodig was, vanwege de langdurige lockdown.

Birgit Haanstra, regiomanager bij Kinderrijk, geeft aan dat de vestigingen met alle kinderen en ouders intensief contact hebben onderhouden. Waar er zorgen waren, zijn ouders uitgenodigd om hun kinderen naar de noodopvang te brengen. ‘Medewerkers en hun leidinggevende zitten er dubbel in, aan de ene kant wil je het liefst alle (VE) kinderen naar de opvang laten komen om zo continuïteit aan te bieden en de ontwikkeling te blijven stimuleren. En anderzijds wil iedereen zich ook houden aan de maatregelen en bewegingen en contacten zoveel mogelijk beperken. Er zijn tijdens de noodopvang leuke, mooie en goede initiatieven geweest om in contact te blijven met kinderen (en ouders). Dit is enorm gewaardeerd door de ouders. Hoe fijn is het dan ook als je als team een filmpje maakt en deelt en je hierop een filmpje van de ouders terugkrijgt waarin de interactie met het kind te zien is. Ook heb ik van andere kinderopvangorganisaties initiatieven gezien met ‘stoep-gesprekjes’, waarin de medewerker langsging bij het kind en op de stoep kwam voorlezen. Hoe betrokken!’

 

Deel dit nieuwsbericht