De Rijksoverheid heeft per 5 juni 2021 versoepelingen aangekondigd. Dat is aanleiding voor de GGD GHOR om het advies ‘Kaders voor toezicht op de kwaliteit kinderopvang in verband met corona’ aan te passen.
Download het nieuwe advies (vanaf maandag 7 juni 2021 geldig).
Het belangrijkste is dat toezicht ook weer door middel van locatie bezoeken kan plaatsvinden indien dit verantwoord en veilig is. De toezichthouder kan echter ook besluiten dat het veiliger is om het bij (beeld)bellen te houden.
De toezichthouders moeten zich aan bepaalde richtlijnen houden m.b.t. het beeldbellen.
Bij een locatiebezoek werkt de toezichthouder volgens het Advies Veilig op Inspectie.
In de Tijdelijke Wet Maatregelen Covid-19 staan eisen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Daaronder vallen bijvoorbeeld houden van afstand voor personen van 13 jaar en ouder op uw terrein en dragen van een mondkapje door volwassenen bij het vervoer van kinderen. De toezichthouder kinderopvang van de GGD beoordeelt signaalgestuurd of deze maatregelen worden nageleefd.
Voor alle voorzieningen gelden de reguliere kwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang en onderliggende regelgeving. Toezichthouders wegen per situatie de specifieke feiten en omstandigheden mee bij het beoordelen of er mogelijk sprake is van verzachtende omstandigheden. Deze omstandigheden spelen een rol in het handhavingsadvies dat de toezichthouder aan de gemeente geeft. Wanneer de kwaliteitseis(en) niet worden nageleefd, beschrijft de toezichthouder de feiten en omstandigheden die hij constateert in het inspectierapport en rapporteert een overtreding. Een uitzondering hierop is de situatie dat de houder kinderen opvangt op een van zijn andere locaties. In dat geval rapporteert de toezichthouder in deze periode geen overtreding wanneer er vooraf toestemming is gevraagd aan ouders en het belang van het kind niet is geschaad. Voor het vaste gezichtencriterium en de drie-uursregeling geldt artikel 8 van de Beleidsregel Werkwijze toezichthouder kinderopvang, op basis waarvan de toezichthouder in geval van overmacht geen overtreding rapporteert.