De BMK is vanaf het begin heel betrokken geweest bij het Nationaal Programma Onderwijs dat in februari dit jaar werd aangekondigd. Het doel van dit programma is kinderen helpen hun gaven en talenten tot bloei te brengen, mede als gevolg van onderwijsuitval door de coronacrisis. Kinderen die achterstanden hebben opgelopen krijgen extra mogelijkheden om dit in te lopen omdat de komende twee en een half jaar € 8,5 miljard extra wordt geïnvesteerd in het onderwijs.
De 8,5 miljard euro is bedoeld voor het primair en middelbaar onderwijs en via de scholen en gemeenten kan de kinderopvang bijdragen aan ditzelfde doel. BMK heeft daar op álle mogelijke manieren bij alle betrokken partijen en Ministeries bepleit dat ze een bijdrage kan leveren aan (extra) ondersteuning van het jonge kind, aan kinderen vanaf nul jaar en vanaf de basisschoolleeftijd. En met succes.
Scholen ontvangen gelden rechtstreeks, maar er gaan ook budgetten naar gemeenten om interventies in een breder perspectief in te richten, bij voorkeur in samenwerking met de kinderopvang. Het Ministerie OC&W heeft in afstemming met de BMK eerder al een handreiking gemaakt over de inzet van bso-medewerkers op school ten behoeve van het NPO. Inmiddels zijn de bestedingsdoelen en de budgetten voor de gemeenten ook bekend.
Naar aanleiding hiervan is nu ook een overzicht van maatregelen in de voorschoolse periode opgesteld. In dit overzicht zijn naast de mogelijkheden voor maatregelen vanuit het NPO voor de voorschoolse periode, ook de andere doelen opgenomen waaraan de gemeente het geld mag besteden.