Trouw: ‘De Wijde Wereld’ combineert school en opvang: op lessen volgt een uurtje om even te resetten
Loes Ypma (voorzitter BMK) bezoekt De Wijde Wereld in Uden
bron: Trouw, 16 september 2021
‘Speelleercentrum’ De Wijde Wereld in Uden is volgens velen een prachtig onderwijsconcept, met kinderopvang en school ineen. Van werkdruk heeft het personeel er weinig last. Waarom heeft de school toch al niet wat meer navolging gekregen?
Laura van Baars15 september 2021, 20:57
Sportlerares Helen staat in de lerarenkamer in haar trainingstenue. Ze heeft wel even tijd voor een praatje, want nadat ze op de velden was met haar groep 7/8 op de Udense school De Wijde Wereld, heeft ze hen om drie uur weer bij hun leerkracht afgeleverd. Terwijl andere kinderen in Nederland rond die tijd de naschoolse opvang instromen, begint op De Wijde Wereld de les weer. Alles volgens het bioritmemodel. De pedagogisch medewerker pakt hier een momentje rust.
Ongeveer honderd kilometer verderop stonden ondertussen in Den Haag een paar duizend pedagogisch medewerkers te staken op het Malieveld om de werkdruk in de kinderopvang. De FNV hield daar dinsdag alweer een tweede landelijke stakingsdag. Het personeelstekort in de kinderopvang is zeker zo groot als in het onderwijs. Er werken 110.000 mensen, maar vacaturesites hebben het aantal vacatures voor pedagogisch professionals de afgelopen maanden zien exploderen tot vele duizenden per dag. De meerderheid kan niet worden opgevuld. Het maakt de werkdruk voor het personeel er niet beter op: overal moet worden bijgesprongen.
Ook bij De Wijde Wereld merken ze dat er minder reacties komen op vacatures, al is er geen sprake van tekorten. De school en kinderopvang ineen, die zich liever ‘speelleercentrum’ noemt, denkt met een slim onderwijsconcept de werkdruk voor zowel leerkrachten als pedagogisch medewerkers, hier ook ingezet als onderwijsassistenten, flink te verlagen.
Er zitten 330 leerlingen op de school en de opvang, voor meer is gewoonweg geen plaats. Ieder kind blijft op maandag, dinsdag en donderdag in ieder geval tot vijf uur op school, al kun je er ook tot zeven uur blijven. “Het gaat erom het werk voor iedereen interessant te houden, mensen de ruimte te geven zichzelf te ontplooien en de verantwoordelijkheden te spreiden”, zegt adjunct-directeur Angela Guelen-Verstraten. “Ons model geeft je als leraar op meerdere momenten de gelegenheid om even te resetten, namelijk als de leerlingen met de pedagogisch medewerkers mee zijn. Zo kun je veel meer uit de lesdag halen, dan als je een energieke klas er tot de lunch doorheen moet trekken.”
Strakke roosters
De roosters zijn op De Wijde Wereld heel strak vanaf het moment dat de leraren en pedagogisch medewerkers ’s ochtends aan de slag gaan. ‘Onderwijstijd’ en ‘wereldtijd’ worden afwisselend gegeven om de kinderen te blijven prikkelen, en het personeel vier à vijf keer per dag een moment te geven zonder leerlingen, waarop ze lessen kunnen voorbereiden of nakijkwerk doen.
Voortdurend is er overleg. Als er met een kind iets aan de hand is, belt de leraar de ouders, zegt leraar Bart van Haandel, die tien jaar werkervaring heeft in de jeugdhulp. “Maar het zou zomaar kunnen dat de pedagogisch medewerker de eerste was die tijdens het spel iets signaleerde.”
Wat ze maar willen zeggen: onderwijs is meer dan leren, juist in de vrije tijd leren kinderen zichzelf en elkaar kennen. “Het is fijn dat we daar samen op kunnen letten.”
De Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) zien veel in het ‘brede’ model, dat zeer schaars is in Nederland. Er zijn wel veel integrale kindcentra (ikc’s), waar kinderen van 0 tot 13 jaar terecht kunnen en onderwijs, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang zijn samengevoegd. Maar speelleercentra, waar kinderopvang en school samen het curriculum bepalen, komen zelden voor.
Het hele leven een school
Voorzitter Petra van Haren van de AVS riep deze week in een interview met online platform Zosja op tot het ‘oprekken’ van de schooldagen, omdat ‘het hele leven een school’ is. “Je kunt pedagogische tijd onderverdelen in onderwijsondersteunende tijd, creatieve tijd of pedagogische vrije tijd. Daarbinnen heb je een breed aanbod zoals muziekles, yoga, sport, culturele activiteiten en huiswerkbegeleiding. Als je al die concepten met elkaar verbindt, kun je een andere schooldag en school ontwerpen.”
Loes Ypma van branchevereniging BMK vindt dat De Wijde Wereld goed laat zien hoe goede kinderopvang kan bijdragen aan de ontwikkeling van alle kinderen. “Hier is kinderopvang niet alleen bedoeld om ouders naar hun werk te laten gaan. Hier leren kinderen sociaal gedrag, taalvaardigheid, conflicten oplossen, zelfstandigheid. Kleine kleuters halen hier tijdens de lunch zelf hun gezonde eten en lopen keurig met hun bordje naar de tafel. Het is meer dan ze thuis lijken te kunnen. Zoiets gun je toch iedereen?”
Het goede nieuws is volgens Ypma dat een nieuw kabinet deze functie van opvang ook zal inzien. “Het visiestuk dat VVD en D66 opstelden in hun formatieonderhandeling toonde dat de VVD nu ook kiest voor een breed toegankelijke kinderopvang, zonder de drempel van de kinderopvangtoeslag. De partij wil toewerken naar opvang voor alle kinderen van niet-werkende ouders en het op termijn ook gratis maken. Dat is grote winst. Ik verwacht dat in een komend kabinet twee dagen opvang gratis zullen worden, en dat we dat later gaan uitbouwen naar vier, of zelfs een hele week.”
Gebrek aan medewerkers
De formerende partijen schreven wel dat hun ambities ‘afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van voldoende goed opgeleide medewerkers’. En die slag om de arm lijkt niet voor niks. Er komt ieder jaar wel een fors groeiend aantal afgestudeerde mensen voor de kinderopvang op de arbeidsmarkt bij, maar het is momenteel niet voldoende om de vraag bij te benen. Als kinderopvang gratis wordt en voor alle kinderen toegankelijk, wie gaan al die extra kinderen die zullen toestromen dan opvangen?
“Het zal de eerste periode inderdaad gaan schuren”, verwacht Ypma. “Maar dat heeft het in het verleden ook vaak gedaan en we zijn er altijd uitgekomen. Als je kinderopvang ook vergoed voor kinderen van ouders die hun baan kwijtraken, wordt de sector op den duur ook wat minder conjunctuurgevoelig. Dat geeft nieuw personeel meer zekerheid.”
Mannen zijn in het onderwijs al lastig te krijgen, maar in de kinderopvang zijn ze nog schaarser: ze vormen 5 procent van de werknemers. De misbruikaffaire bij ’t Hofnarretje laat tot de dag van vandaag sporen na, hoezeer de regels ook zijn aangescherpt. Maar ook voor de naschoolse opvang hebben mannen, vaker dan vrouwen, bezwaren tegen de ‘sprokkeluren’ die ze kunnen maken tussen drie en zeven. Daar kun je geen goed inkomen op bouwen.
Contract van 36 uur
Dat pedagogisch medewerkers op De Wijde Wereld de hele schooldag meedraaien, maakt het werk voor Niels de Louw aantrekkelijk. Hij start ’s ochtends in groep 3/4, tegelijk met de leerkrachten. “Ik heb een contract voor 36 uur. Dat is hartstikke mooi.” Hij heeft gehoord van de staking in Den Haag, maar herkent zich niet in de klachten. “Werkdruk? Als de kinderen in de klas zitten, kan ik mijn andere taken vervullen of even overleggen met collega’s. Ik heb nergens last van.”
Regelmatig ontvangt schooldirecteur Jos van Zutphen belangstellenden op zijn school om uitleg te geven over de werkwijze, maar veel navolging heeft De Wijde Wereld de afgelopen tien jaar niet gehad. Bij zijn weten werkt alleen Laterna Magica in Amsterdam met hetzelfde concept. Ook die school is van alle kanten gelauwerd. Waarom blijft navolging uit?
“Het is ontzettend lastig een nieuwe school te stichten”, zegt Van Zutphen. “Mijn plan ontstond in 2003 en pas in 2012 konden we de school openen. Je moet heel ondernemend zijn en lef hebben. Voor mij was het heel belangrijk dat we ons in een omgeving zouden kunnen vestigen waar veel buitenruimte was. Het moest veilig zijn. Dit gebouw is nieuw, en helemaal afgestemd op de manier waarop wij werken. Dit concept paste in deze wijk. Maar waarom zou je scholen ook niet naar de randen van een dorp of stad verplaatsen, grenzend aan sportvelden en parken? Als kinderen er de hele dag doorbrengen, is het minder erg dat ouders even moeten rijden.”
Financieel was het best een puzzel, al doet Van Zutphen er niet moeilijk over. De ouders betalen voor de uren kinderopvang, het schoolgeld komt van het Rijk. “Het enige probleem is dat ouders die niet werken geen kinderopvangtoeslag kunnen terugvragen. Soms stelt hen dat wel voor problemen, maar daar zijn we als school, eventueel met de gemeente, altijd wel uitgekomen. Het blijft echter oneerlijk dat de toegang afhankelijk is van het werk en inkomen van de ouders.”
Sportclubs en scholen
Als het voornemen van VVD en D66 doorgaat om kinderopvang voor álle kinderen te vergoeden, zou het voor speelleercentra als De Wijde Wereld makkelijker worden om de financiering rond te krijgen.
De concepten van De Wijde Wereld en Laterna Magica zijn ‘prachtig’, vindt ook Emmeline Bijlsma van de grootste brancheorganisatie van de kinderopvang BK, waar grote en kleine ondernemers onder vallen, maar ook maatschappelijke stichtingen. Het mooie vindt zij hoe leerkracht en pedagogisch medewerker het kind zowel qua leerontwikkeling als persoonlijke ontwikkeling begeleiden. “Maar dat wil niet zeggen dat je de uiterst complexe werkelijkheid in één model kunt vangen. Het gezin en de wijk waaruit een kind komt, zijn altijd weer anders. Het is geen one size fits all.”
Volgens Bijlsma kun je ook kwalitatief goede opvang bieden als je samenwerkt met de scholen en de sportclubs. “Het hoeft niet in een vierkantje gedrukt te worden. Dat is zelfs een wat ouderwetse gedachte. In onze huidige netwerksamenleving zoekt iedereen naar de vorm die bij hem past. Niet ieder kind wil bovendien de hele dag op dezelfde locatie blijven met dezelfde kinderen. Ze willen ook naar voetbal of naar de schaakclub.”
Het komt een enkele keer voor dat leerlingen van De Wijde Wereld om vijf uur op hockeytraining willen zijn. “Dan gaat de school pas uit”, zegt Van Zutphen. “Maar ze leren hier wel een sportieve en flexibele levenshouding, en na vijf uur mogen ze erheen. Dat komt uiteindelijk allemaal wel goed.”
Verschillende culturen
Bijlsma en Van Haren delen wel de zorg dat de culturen in de kinderopvang en op school verschillend zijn. “Al komt het hier vaak aan op personen. Als de directeuren goed samen kunnen werken en veel bevlogenheid hebben, dan komt het wel goed. Het probleem ontstaat pas als zo iemand wordt opgevolgd.”
Ze ziet scholen bovendien als organisaties die zich traditioneel een onderwijskundig doel stellen in groep 8, en dan ‘terugredeneren’ hoe ze daar in de lagere klassen naartoe gaan werken. “Kinderopvang werkt juist stapje voor stapje aan de persoonlijke ontwikkeling van een kind. De school richt zich vooral op de didactiek, de opvang op de pedagogiek.”
Juist dat onderscheid zou Ypma, die namens de maatschappelijke kinderopvangorganisaties spreekt, niet meer willen maken op de opvang of de school. Zij vindt dat kinderopvang en scholen een ‘kwaliteitsslag’ kunnen maken met een geïntegreerd aanbod voor de brede ontwikkeling van kinderen, met nauwe betrokkenheid van ouders én volwaardige banen voor het personeel. “Nu gaat de één wel naar de naschoolse opvang, de ander gaat naar huis of bij een vriendje spelen. Opvang gaat pas echt goed werken als die gezamenlijk en voor iedereen gelijk wordt aangeboden. Het moet een leefgemeenschap worden, voor kinderen en ouders.”