De ministers van VWS en Primair en Voortgezet Onderwijs boden op 3 juni een brief aan de Kamer aan. De basis voor de brief is een RIVM-advies over het inrichten van schoolvakanties als gevolg van corona.
Hierbij doe ik uw Kamer, samen met de Minister voor primair en voortgezet onderwijs, het RIVM-advies van 30 mei 2022 m.b.t. zomer- en kerstvakantie toekomen.
We hebben de afgelopen jaren gezien dat de situatie rond corona per seizoen kan veranderen. Dat vraagt van ons dat we de balans vinden tussen vooruitkijken, maar ook niet te vroeg handelen. Want het laatste dat we willen is weer in een noodsituatie komen met grote consequenties voor scholen en leerlingen.
Dat is een van de redenen waarom we wilden verkennen of het zinvol kan zijn op voorhand vakanties (structureel) anders in te richten en hier advies op te vragen. Vanuit het RIVM blijkt hiervoor nu geen duidelijke noodzaak uit gezondheidsperspectief en ook het maatschappelijk debat laat zien dat dit onwenselijk is. Daarom heeft de Minister voor primair en voortgezet onderwijs besloten om de vakanties voor het schooljaar 2022/2023 niet aan te passen.
Tegelijkertijd moeten we op weg naar de winter blijven kijken naar wat verstandig is, zodat scholen open blijven en leerlingen goed les krijgen en leeftijdsgenoten kunnen ontmoeten. Daarom maken we met het onderwijs scenario’s op hoe we omgaan met een onverhoopte opleving van het virus in het najaar. Dat gaat bijvoorbeeld over zelftesten, ventilatie, gebruik van mondkapjes, looproutes, etc. We doen daarbij alles om scholen open te houden. In het meest negatieve scenario kan het zijn dat we over moeten gaan op gedeeltelijk afstandsonderwijs. De exacte scenario’s en plannen werken we momenteel met elkaar uit en volgen voor het zomerreces.