In het Financieel Dagblad, 13 oktober 2022:
‘Kinderopvang verdeeld over nieuwe financieringsplannen’
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurde de Tweede Kamer vorige week een brief over de nieuwe financiering van de kinderopvang. Daarbij moeten de toeslagen plaatsmaken voor een kostenbijdrage van 4% voor werkende ouders. De reacties op die plannen zijn verdeeld.
De kabinetsplannen voor financiering van de kinderopvang, waarbij de toeslagen plaatsmaken voor een kostenbijdrage van 4% voor werkende ouders, vallen niet overal in goede aarde. Het Sociaal en Cultureel Planbureau zet stevige vraagtekens bij het ‘dure’ beleid dat minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vorige week aankondigde. Het zou een opvallende breuk zijn met het huidige beleid om met kinderopvang achterstanden tegen te gaan. Bovendien gaan de plannen voorbij aan het belang van de kwaliteit van de kinderopvang.
Ook kinderopvangbedrijven maken zich zorgen. ‘Mijn ruim duizend leden zijn zeer kritisch op de plannen’, zegt Emmeline Bijlsma van Brancheorganisatie Kinderopvang (BK). ‘De hoge inkomens zullen er enorm van profiteren als straks, onafhankelijk van het inkomen, 96% van de kinderopvangkosten wordt vergoed.‘ De gezinnen met de laagste inkomens gaan er met deze plannen volgens haar nog steeds op achteruit. ‘De toegankelijkheid van de kinderopvang klapt in elkaar.’ Haar achterban wil op termijn liever eerst de kinderopvang toegankelijk te maken voor ouders die niet werken, in plaats van die bijna gratis te maken.
‘Onwenselijke situatie’
Voorlopig stuiten alle plannen op praktische problemen. De sector heeft nu al zevenduizend werknemers tekort, zegt Bijlsma, terwijl de vraag door bijna gratis kinderopvang waarschijnlijk met een derde zal toenemen. Het personeelstekort zal nog erger worden als de politiek zou besluiten om de kinderopvang helemaal gratis te maken. In de plannen adviseert het overheidsbureau ABDTopconsult om kritisch te kijken of de kosten van het innen van de ouderbijdrage wel opwegen tegen de baten. Ook de eis dat ouders werken zou kunnen vervallen.
Gratis kinderopvang voor iedereen zal de toch al overbelaste kinderopvang verder onder druk zetten. ‘Een onwenselijke situatie’, zegt Mark Siep van de Delftse kinderopvang Plukkebol. ‘De vraag zal enorm toenemen en dat gaat ten koste van werkende ouders. Dit door de groep kinderen die erbij komt van ouders die niet beiden werken. Door de personeelstekorten kan de sector het nu al niet aan.’ Het loslaten van de arbeidseis betekent volgens hem dat minder ouders kunnen gaan werken.
Stijgende uurtarieven
Loes Ypma, voorzitter van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK), laat een ander geluid horen. ‘Wat ons betreft wordt de kinderopvang een basisvoorziening, net als het onderwijs en de zorg.’ Ze ziet de vervanging van het toeslagenstelsel door een simpeler stelsel van directe financiering als ‘een enorm grote eerste stap’. ‘Het is echter een gemiste kans als we niet zo snel mogelijk de tweede stap zetten en de arbeidseis laten vervallen, zodat ieder kind toegang krijgt.’
Verder vreest de branchevereniging, net als het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat de uurtarieven van veel kinderopvangaanbieders omhoog zullen gaan door hogere lonen en doordat ouders toch bijna alle kinderopvangkosten vergoed krijgen. ‘Dat valt inderdaad te verwachten’, denkt Geert de Wit van Kinderopvanggroep Tilburg. ‘Maar voor ouders met een smalle beurs wordt de kinderopvang daardoor onbetaalbaar. Dat moet worden voorkomen door tegelijk met de invoering van de inkomensonafhankelijke ouderbijdrage een maximale uurprijs in te stellen en een verbod op een verplichte aanvullende ouderbijdrage.’
Private equity
Inmiddels is de overheid een onderzoek gestart naar de rol van verschillende financieringsvormen in de kinderopvang, zoals private equity. Daarbij wordt ook gekeken naar mogelijke maatregelen om winsten en tarieven in de opvang te beperken. Ook is een prognose gemaakt van de gevolgen van de stelselherziening op de personeelstekorten in de sector en is besloten dat begin volgend jaar de hoogte van de kinderopvangtoeslag niet meer afhankelijk is van het aantal gewerkte uren.
Bij uitvoerders bestaan grote vraagtekens over de haalbaarheid van begin 2025 als ingangsdatum van het nieuwe kinderopvangstelsel, maar de minister houdt daar aan vast. ABDTopconsult adviseert om de uitvoering van het nieuwe stelsel onder te brengen bij DUO, dat nu al onderwijstaken voor de overheid uitvoert. Ook Ypma van branchevereniging BMK denkt dat dat de meest geschikte partij is, maar Bijlsma van BK is dat niet met ze eens. ‘Het is vloeken in de kerk, maar ik denk dat de Dienst Toeslagen van de Belastingdienst een betere keuze is. Zij kennen de sector als geen ander.’
Wat vindt de BMK?
In aanvulling op het citaat van Loes in het FD, vinden we:
- dat kinderopvang een basisvoorziening moet worden, net als het onderwijs en de zorg. Dus voor iéder kind toegankelijk, omdat kinderopvang van grote waarde is voor de ontwikkeling van kinderen.
- dat kinderopvang publiek gefinancierd moet worden. Waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen via ons eerlijke belastingstelsel.
Afschaffing systeem van Kinderopvangtoeslag
Vanwege de personeelstekorten kiest het kabinet ervoor om in 2025 de eerste stap te zetten; een majeure stelselwijziging!
Een eenvoudige en betaalbare voorziening voor werkende ouders. Met een veel simpeler stelsel van directe financiering dat de kinderopvangtoeslag vervangt, omdat deze tot zoveel ongekend onrecht heeft geleid. Voor zowel de “werkende armen”, de middeninkomens als de hogere inkomens leidt dit ertoe dat werken meer loont.
Ondertussen moeten we, vindt maatschappelijke kinderopvang, ook het aanbod voor kinderen van niet-werkende ouders verbreden. Door de peuteropvang en VE toegankelijker te maken:
- Meer kinderen bereiken (doelstelling 100% bereik)
- Eerder kinderen bereiken (vanaf 2 jaar)
- Eenvoudiger voor ouders (door 4% ouderbijdrage, waarbij gemeente dit naar 0% kunnen bijstellen voor doelgroepen, wijken of alle niet-werkende ouders in de hele gemeente)
Belastingdienst kan nieuwe stelsel niet uitvoeren
Het citaat in het bovenstaande FD artikel van Bijlsma om de keus op de Belastingdienst/Toeslagen te laten vallen, staat in schril contrast met het advies van ABDTopconsult (Kamerbrief 7 oktober 2022): “de kern van wat Toeslagen doet, namelijk toeslagen uitkeren aan individuele burgers, ontbreekt geheel in het nieuwe kinderopvangstelsel. Bovendien zou de combinatie van het afbouwen van het oude stelsel, de hersteloperatie voor gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire en het afbouwen van het nieuwe stelsel binnen één organisatie kwetsbaar kunnen zijn, zeker gezien de capaciteitsproblemen.”
De uitspraak van Bijlsma roept daarom de vraag op; welk belang wordt dan wel gediend door het vasthouden aan de uitvoering door de Dienst Toeslagen?
In onze BMK reactie op de Kennisnotitie van het SCP schrijven we hierover:
Afschaffing Kinderopvangtoeslag; een zege voor ouders…
De financiering verandert dus (in 2025) voor de kinderopvang, door een ander, direct financieringsstelsel. Voor ouders is dat hard nodig, weten we allemaal uit de kinderopvangtoeslag affaire. Dáárom kiest de politiek terecht voor deze stelselwijziging die breed wordt gesteund en waardoor het zoveel simpeler en overzichtelijker voor ouders wordt.
… en de nekslag voor private equity fondsen
Maar de consequentie van deze stelselwijziging is dat de transparantie en randvoorwaarden voor de houders grondig veranderen; beperkingen van de winstonttrekkingen. De commerciële kinderopvang (zeker organisaties in handen van private equity fondsen) is daar niet blij mee. Maar de vraag is of dat erg is. Óf ze passen zich aan omdat ze vanuit hun hart werken aan de maatschappelijke opdracht die we hebben in de kinderopvang en ze nemen het feit dat kinderopvang geen verdienmodel meer is op de koop toe. Óf ze verlaten de sector en het personeel en de locaties komen vrij voor de maatschappelijke kinderopvang.
Ondertussen blijft de maatschappelijke sector zich inzetten voor toegankelijke kinderopvang; dit komt voort uit onze maatschappelijke opdracht. Júist in de wijken waar het er het meeste toe doet en voor de kinderen die het zo goed kunnen gebruiken. Niet om geld te onttrekken, maar om het geld te besteden aan het doel waarvoor het bedoeld is: aan de toegankelijkheid, kwaliteit en goed personeelsbeleid.
Bron: Financieel Dagblad