De kinderopvang wordt een basale publieke voorziening. Vertraging van de stelselwijziging is ongewenst, schrijft Loes Ypma in het NRC (22 november 2022). Loes Ypma is voorzitter van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang.
De politiek heeft lef getoond. De foutgevoelige, complexe kinderopvangtoeslag wordt afgeschaft en kinderopvang wordt vanaf 2025 (bijna) gratis voor werkende ouders. Kinderopvang is straks voor ouders geen financiële afweging meer, omdat het (bijna) gratis en inkomensonafhankelijk wordt. Dit is een grote stap op weg naar kinderopvang als basisvoorziening.
De personeelskrapte in de sector leidt ertoe dat de stelselwijziging in twee stappen verloopt. Dit kabinet legt de basis door de kinderopvangtoeslag af te schaffen in 2025 voor werkende ouders. Het volgende kabinet kan de zogeheten arbeidseis afschaffen, waardoor de opvang ook toegankelijk wordt als ouders niet werken. Kinderopvang is namelijk van grote waarde voor de taal-, talent en sociale ontwikkeling van álle kinderen. In aanvulling op ‘thuis’ leren kinderen veel van het samen spelen met andere kinderen.
De sector vertraagt. Niet het deel waar 100 procent van het geld terugvloeit in de kinderopvang en geen winst wordt uitgekeerd: de maatschappelijke kinderopvang. Zij steunt de brede beweging in de politiek die streeft naar kinderopvang voor íeder kind. Wel het deel waarin kinderopvangorganisaties gefinancierd worden door private equity en waar de doelstelling is om winst uit te keren en rendement te behalen bij verkoop. Deze opvangorganisaties zijn géén charitatieve instellingen, zij gebruiken kinderopvang als verdienmodel. Deze groep is fel tegenstander van de stelselherziening.
Ze verdienen bakken met geld en willen dat dit zo blijft. Ze willen geen verandering, geen rechtstreekse financiering, maar de toeslag behouden. Ze gebruiken allerlei gelegenheidsargumenten om de stelselherziening tegen te houden. Hun verdienmodel staat immers op het spel.
Wel/niet haalbaar
Zo stellen ze dat met het zo goed als gratis worden van de opvang vooral de hoogste inkomens erop vooruit gaan. Door het afschaffen van de kinderopvang toeslag stopt inderdaad de inkomenspolitiek vía de kinderopvang. Maar basisvoorzieningen die we echt belangrijk vinden, zoals de kinderopvang, betalen we met z’n allen via de belastingen, zodat de sterkste schouders de zwaarste lasten betalen. Veel eerlijker dus.
Daarnaast beweren ze dat 2025 vanwege de personeelskrapte niet haalbaar is. Maar dat is het wel. Daar moet alleen wel iets voor gebeuren. Namelijk het stelsel zo eenvoudig mogelijk maken voor ouders en de uitvoeringsorganisatie. En kiezen voor hogere salarissen, prijsregulering en een verbod op het uitkeren van winsten. Dat is de werkelijke reden waarom de private equity-partijen tegen de stelselwijziging strijden: omdat ze bang zijn dat het leidt tot een beperking van en verbod op winstuitkeringen. Dit verbod is slechts een logische voorwaarde als er zo veel belastinggeld naartoe gaat. Dat geld moet gewoon naar de kinderen gaan.
Natuurlijk is de personeelskrapte een uitdaging, maar dat geldt voor de hele arbeidsmarkt. Een oplossing voor de personeelstekorten begínt juist bij de kinderopvang. Die maakt het mogelijk dat ouders überhaupt kunnen werken.
Perspectief
De kinderopvang moet naast goede salarissen baanzekerheid en perspectief bieden. Daarvoor helpt het als de overheid uitspreekt dat we naar een basisvoorziening toe gaan en op termijn ook de arbeidseis afschaffen. Dan wordt de sector minder conjunctuurafhankelijk.
In de crisis vanaf 2010 hebben we van 50.000 medewerkers afscheid moeten nemen. Net zoveel mensen als we de komende tien jaar weer nodig hebben. De helft hiervan stroomt komende jaren automatisch weer onze sector in. Voor de andere helft zijn we aan de slag met het verhogen van de zij-instroom, het beperken van de uitstroom en verhogen van de deeltijdfactor. Maar echt belangrijk is het volgende: een helder toekomstperspectief met publieke financiering, zodat kinderopvang en onderwijs gezamenlijk interessante arbeidsvoorwaarden en doorgroeimogelijkheden kunnen bieden. Goed voor kinderen én voor medewerkers. Zo trekken we nieuwe mensen aan en behouden we de 116.000 mensen die nu in de kinderopvang werken.
Het is ernstig dat de stelselwijziging vanuit eigenbelang wordt vertraagd door een klein deel van de sector, met diepe zakken en een luide stem. Laten we de belangen van de kinderen, van de ouders én van de pedagogisch professionals voorop zetten.