Vanaf 1 juli 2024 volstaat een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) kinderopvang voor onderwijsprofessionals die in het primair onderwijs werken. Een aparte VOG voor het primair onderwijs is dan niet meer nodig. De nieuwe maatregel bespaart scholen en werknemers tijd en geld. Dit schrijft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs mede namens de minister van SZW in de Kamerbrief ‘Stand van zaken rond de Verklaring Omtrent het Gedrag in het primair en voortgezet onderwijs’.
Op dit moment hebben medewerkers die zowel in het primair onderwijs werken als in de kinderopvang nog twee aparte VOG’s nodig. Dit betekent extra administratieve en financiële lasten, terwijl een VOG-kinderopvang een minstens even zwaar screeningsprofiel heeft als een VOG-onderwijs.
Instemming werkgever primair onderwijs vereist
Vanaf 1 juli 2024 is een VOG-kinderopvang ook geldig in het primair onderwijs, zodat werknemers met deze VOG-kinderopvang kunnen volstaan. Hiervoor is het wel nodig dat de basisschool ermee akkoord gaat dat de werknemer alleen een VOG-kinderopvang heeft en niet ook nog een VOG voor het primair onderwijs. Het staat scholen vrij om hierin zelf een eigen afweging te maken.
Daarnaast mag een VOG-kinderopvang bij aanvang van het werk in het primair onderwijs niet ouder zijn dan zes maanden. Voor overblijfkrachten mag de VOG-kinderopvang bij aanvang van het werk niet ouder zijn dan twee maanden.