Op 1 januari 2025 moeten pedagogisch medewerkers in de dagopvang taalniveau 3F of B2 van het Nederlands beheersen. Deze zogenaamde taaleis is onderdeel van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK). De taaleis geldt voor beroepskrachten. De eis geldt dus niet voor beroepskrachten in opleiding of stagiairs.
Aanpassingen van de taaleis:
Via de Regeling Wet kinderopvang zijn enkele aanpassingen doorgevoerd in de taaleis IKK. Deze zijn al eerder aangekondigdin een brief aan de Tweede Kamer.
(1) Uitzonderingen op de taaleis IKK
- Taalniveau 3F of B2 wordt niet verplicht voor medewerkers in de buitenschoolse opvang. Zij moeten wel minimaal het lagere taalniveau 2F of B1 beheersen. Medewerkers die een diploma hebben van een opleiding op mbo-niveau 2, 3, of 4 voldoen hier al aan. Dat geldt ook voor medewerkers met een havo-, vwo-, associate degree-, hbo-, of wo-diploma (Nederlandstalig).
- Beroepskrachten die zijn geboren voor 1 januari 1965 krijgen drie jaar extra tijd om aan de taaleis te voldoen, namelijk tot 1 januari 2028.
- Ook komt er extra tijd voor medewerkers die in de tweede helft van 2024 langdurig afwezig zijn, bijvoorbeeld door ziekte, vakantie of (zwangerschaps)verlof. Het gaat om medewerkers die tussen 1 juli 2024 en 31 december 2024 volledig afwezig zijn geweest, voor een aansluitende periode van acht weken of langer. Zij krijgen zes maanden langer de tijd om aan de taaleis te voldoen, dus tot 1 juli 2025.
- De taaleis Nederlands gaat alleen gelden voor beroepskrachten die de Nederlandse taal als voertaal gebruiken. Beroepskrachten die volledig een andere voertaal spreken met de kinderen, hoeven niet aan de taaleis Nederlands te voldoen. In de meertalige kinderopvang kan dit bijvoorbeeld gaan om Duits, Engels of Frans. Ook beroepskrachten die alleen de Friese taal spreken met de kinderen hoeven niet aan de taaleis Nederlands te voldoen. Deze medewerkers moeten wel een bewijsstuk hebben waaruit voldoende taalbeheersing blijkt van het Duits, Engels, Frans of Fries.
(2) Verduidelijking van bewijsstukken
In de toelichting op de regeling staat met welke bewijsstukken het vereiste taalniveau kan worden aangetoond. Deze eisen gelden voor bewijsstukken die zijn afgegeven vanaf 1 januari 2025. Bewijsstukken die vóór 2025 zijn afgegeven en die voldoen aan de cao Kinderopvang (die gold in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2024), blijven geldig.
Meer informatie: De regeling en de toelichting erop zijn hier te vinden.
bron: Nieuwsbrief Rijksoverheid |