Eindelijk! Het is volop zomer en wie niet op vakantie is, zoekt de koelte op. En met vrijwel alle collega’s op vakantie heb je eindelijk tijd om je te verdiepen, en om goede interviews te lezen. Vandaar dat we de mooie interviews, gedaan door Voor Werkende Ouders met een aantal experts op het onderwerp ‘gezin’, graag met je delen. Zonde om deze beauty’s aan jouw neus voorbij te laten gaan.
Doe er je voordeel en duik met een iced coffee lekker onder de parasol en geniet!
Vandaag het interview met de Haagse wethouder Hilbert Bredemeijer
‘Meer steun voor Haagse gezinnen’
Meer steun voor Haagse gezinnen want als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Met dit adagium heeft de Haagse wethouder Hilbert Bredemeijer besloten de voorschool in zijn stad in één keer gratis te maken voor meer dan de helft van de kinderen in zijn stad. “De landelijke beslissing om kinderopvang voor iedereen gratis te maken, duurde me te lang. Dus toen ben ik het voor Den Haag zelf gaan regelen” zegt hij in de Staat van het Gezin 2024.
Met welke blik op gezinnen bent u wethouder onderwijs, jeugd, sport en dienstverlening in Den Haag?
‘Voor gezinnen die wonen in een dichtbevolkte stad als Den Haag is de druk extra hoog. Er is weinig ruimte en overal staat tijdsdruk op. Als vader van drie kinderen woonachtig in Den Haag, ervaar ik dat zelf ook. In mijn werk ben ik constant op zoek naar manieren om het leven in de stad leuker en fijner te maken voor gezinnen. En daarbij zie ik een gezin nadrukkelijk ook als het grotere verband. Het zijn echt niet alleen maar een vader, een moeder en twee of drie kinderen. Ook zonder kinderen, of alleenstaand kan je onderdeel zijn van een gezin.’
Wat betekent dat concreet?
‘Toen ik 4,5 jaar geleden begon, ben ik eerst normen gaan vaststellen voor de hoeveelheid voorzieningen zoals bibliotheken, sportvelden, scholen en kinderopvang per 10.000 inwoners. Dat betekent dat je als inwoner iets hebt om je aan vast te houden en als gemeente om je aan te houden. Als de stad groeit, moeten zulke voorzieningen mee groeien. Al snel werd mij duidelijk dat veel gezinnen vanuit een achterstandspositie baat zouden hebben bij toegankelijke voorschoolse opvang. Maar door de kosten en de toeslagen affaire zijn ouders juist steeds terughoudender geworden.’
Dus besloot u van de voorschool een publieke voorziening te maken?
‘Als 51%, dus meer dan de helft van de Haagse kinderen, in een achterstandspositie opgroeit, is dat een pittige constatering. Daarnaast weten we door onze samenwerking met het onderwijs dat steeds meer 4-jarigen met een flinke taalachterstand naar school komen. Of qua gedrag zich nog helemaal niet kunnen verhouden tot de praktijk van een school. Achterstanden die – hoe jong de kinderen ook zijn – dan al lastig in te halen zijn. Los van de kansen die je ieder kind gunt, kunnen we dat als gemeente Den Haag niet laten gebeuren. Toen hebben we gezegd: als de landelijke politiek niet handelt, gaan wij deze trend als Gemeente zelf stoppen.’
Verlaagt u de leerplicht zo niet naar 2 jaar?
‘Verplichten willen we zeker niet. Daarom kiezen we ervoor om de drempels in geld en regeldwang te verlagen. Daarnaast zetten we rolmodellen uit de buurt in zodat ouders de toegang makkelijker vinden. In Den Haag hebben we er bewust nu voor gekozen alleen de kinderen in een achterstandspositie, dus die 51%, dit aan te bieden. Die hebben het echt nodig. Uiteindelijk ben ik absoluut voorstander voor gratis kinderopvang voor alle kinderen. We zien de druk bij ouders oplopen, omdat ze financieel en met twee banen qua tijd onder druk staan. Wat de reden ook is, kinderopvang of de voorschool gratis en voor iedereen toegankelijk maken, betekent ouders die steun geven die ze nodig hebben. En daar profiteert de hele samenleving van.’
‘Als de landelijke politiek niet handelt, gaan wij deze trend als gemeente zelf stoppen’
Meer steun. Hoe profiteert de samenleving daarvan?
‘Den Haag kent veel culturen. Er is een constante stroom van nieuwkomers naar de stad; mensen uit andere delen van het land en mensen uit ander delen van de wereld. Op dit moment leven we veelal in parallelle samenlevingen waardoor de omgang stroef verloopt en debatten polariseren. We komen de ander nauwelijks tegen. Als we die kans vergroten, bijvoorbeeld door voorschoolse opvang, gaan we letterlijk én figuurlijk meer elkaars taal spreken en kunnen we weer één samenleving worden.’
U bent een christendemocraat. Hoe ideologisch is uw gezinsvisie en aanpak ingegeven?
‘Regelmatig krijg ik de opmerking: wéér een CDA’er die zich inzet voor het gezin. Hij wil vast terug naar hoe het vroeger was. Natuurlijk ben ik ideologisch gedreven, maar veel belangrijker is mijn liefde voor de stad. Hoe maken we het beter voor alle inwoners. Ik geloof erin dat veel zaken die we nu naar de markt hebben gebracht, terug moeten naar het gezin. Een voorbeeld is jeugdzorg. Als kinderen gedragsproblemen vertonen, gaan we het kind fiksen of weghalen. Daarmee hebben we ‘het probleem’ als het ware ge-outsourced. Ik geloof in de kracht van het gezin. Het gezin staat in mijn visie centraal en krijgt daarbij de hulp die nodig is. Alleen dan pak je problemen aan waar de kern zit en is de oplossing duurzaam.’
Meer steun. Kunt u daar een concreet voorbeeld van geven?
‘In een Haags gezin was een jongen met ernstige gedragsproblematiek. Hij werd als puber groter en sterker dus de vraag was: wat nu? In plaats van hem uit huis te plaatsen, hebben we een tuinhuis gekocht én geplaatst. Met meer rust en ruimte maar nog steeds onder de vleugels van het gezin heeft hij zijn nieuwe plek gevonden. Dit voorbeeld laat zien dat de menselijke maat van een gemeente alternatieve oplossingen sneller in praktijk kan brengen dan bijvoorbeeld een landelijke overheid. Maar dat neemt niet weg dat een landelijk Ministerie van Gezin wel de weg voorwaarts zou kunnen wijzen. En daarbij de visie op meer regie én meer steun voor het gezin in heel Nederland zou kunnen uitrollen.’