Op dit moment is er binnen de kinderopvang veel aandacht voor de vraag of het aantal kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte is gegroeid. We kunnen ons ook afvragen of onze pedagogiek in het begeleiden van de ontwikkeling van kinderen tekortschiet: kunnen we nog wel omgaan met de verschillende ondersteuningsbehoeften van kinderen? De professionals waarschuwen voor een nieuwe vorm van stigmatisering en uitsluiting van kinderen wat grote invloed zal hebben op hun zelfbeeld en ontwikkelingskansen.
Wat is onze visie op diversiteit en inclusie binnen deze context en hoe gaan wij daar in de dagelijkse praktijk mee om?
Onderzoeken en discussies gaan over belangrijke vragen:
• Vertonen kinderen problematischer gedrag in vergelijking met vorige generaties?;
• Zijn onze (maatschappelijke en professionele) normen van wat normaal gedrag is te strikt en is er te weinig oog voor de diversiteit in het karakter, temperament en ontwikkeltempo van kinderen (zie de discussie rond het labelen met ADHD); wat betekent dit voor het kind?;
• Zijn pedagogische professionals onvoldoende uitgerust om hen extra ondersteuning te bieden en investeert de kinderopvangorganisatie daar wel voldoende in?;
• Schieten de voorwaarden zoals de stabiliteit van personeel en kwalitatief goede coaching te kort. Moeten we willen dat kinderopvang ook opvoedondersteuning en jeugdhulp wordt?;
• Leidt de huidige trend waarin steeds meer aandacht komt te liggen bij gedrags- en ontwikkelproblematiek van individuele kinderen tot minder oog voor diversiteit en wordt er onvoldoende gewerkt aan inclusie?
Doel van het seminar is inzicht verkrijgen in:
• De wijze en aannames waarop de conclusie dat een kind een extra ondersteuningsbehoefte heeft tot stand komt.
• De (gespannen?) relatie tussen inclusie en kansengelijkheid m.b.t. kinderen die een extra ondersteuningsbehoefte hebben (wel of niet in een aparte ’plus’-groep).
• De keuzes die organisaties en gemeenten hierin maken en hun onderbouwing daarvan.