BMK roept I&W op: ga in dialoog met de sector en kijk naar rechtvaardige kostenverdeling.
BMK-Brief aan de Kamercommissie t.b.v. het algemeen overleg op 1 november, 18.00 uur.
Wij benadrukken in onze brief aan Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat dat het van groot belang is dat op korte termijn duidelijkheid wordt verschaft over de Stint. Onze kinderopvangorganisaties vragen zich af of, nu een faillissement van de fabrikant van Stint is aangevraagd, het nog reëel is om te verwachten dat de voertuigen weer toegelaten kunnen en zullen worden. Wij hopen dat een, eventueel aangepaste, Stint uiteindelijk weer in gebruik kan worden genomen, maar verkeren op dit moment in onzekerheid over het antwoord op deze vraag.Tijdens een overleg tussen onze branchevereniging en het ministerie van I&W bleek dat de uitkomsten van de lopende onderzoeken nog geruime tijd op zich zullen laten wachten. De sector vreest dan ook dat pas over een aantal maanden de benodigde duidelijkheid wordt geboden. In de tussentijd staan organisaties voor de keus: investeren in permanente nieuwe vervoersmiddelen, of ‘pappen en nathouden’ door gebruik te maken van tijdelijke oplossingen. Wij vragen de Kamer om de minister te verzoeken alles wat mogelijk is te doen om eerder duidelijkheid te bieden.
Zeker nu het verbod op het gebruik van de Stints zo lang en mogelijk blijvend van kracht zal zijn, levert dit de sector een reëel probleem op. BMK-leden vinden dat geld binnen de kinderopvang zou moeten worden geïnvesteerd in de kwaliteit en toegankelijkheid daarvan. Kinderopvangaanbieders hebben ten tijde van de aanschaf en ingebruikneming van de Stints vertrouwd op het oordeel van de inspectie – juist omdat het een duurzaam en prettig vervoersmiddel was voor kinderen en direct bijdroeg aan de kwaliteit van de opvang. Nu de minister het verbod heeft uitgevaardigd, verbazen wij ons over de beperkte zo niet afwezige communicatie over de gevolgen van de intrekking van het eerdere toelatingsbesluit.
De BMK vraagt de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om met de sector in overleg te gaan en te bezien op welke wijze de maatschappelijke kosten kunnen worden verdeeld. De kinderopvang is in ogen van de BMK-leden geen gewone marktsector: opvang is zowel een belangrijk element in de ontwikkeling van kinderen en bovendien een noodzaak voor werkende ouders. Uiteindelijk komen hoge kosten die niet door organisaties kunnen worden gedragen ten laste van ouders.