Met ingang van 1 januari 2019 geldt de nieuwe beroepskracht-kindratio (bkr) waarmee het aantal pedagogisch medewerkers in verhouding tot het aantal kinderen op de groep wordt veranderd. Dit is afhankelijk van de leeftijd van de aanwezige kinderen. De aanpassing van de bkr heeft tot doel om beter aan te sluiten bij de ontwikkelingsfasen van kinderen. De invoeringsdatum van de nieuwe rekenregels van de bkr is 1 januari 2019.
- De bkr voor nuljarigen wordt aangepast van 1 pedagogisch medewerker op 4 kinderen, naar 1 op 3. Dat heeft invloed op de groepssamenstelling en de maximale groepsgrootte van groepen waar nuljarigen in zitten, zowel de horizontale als de verticale groepen.
- De bkr voor kinderen van 7 tot 13 jaar wordt 1 pedagogisch medewerker op 12 kinderen. Deze wijziging heeft gevolgen voor de groepssamenstelling en de maximale groepsgrootte.
- De bkr voor kinderen van 4 tot en met 6 jaar blijft 1 op 10. Voor verticale groepen van 4 tot 13 jaar geldt een bkr van 1 op 11. Deze wijziging heeft gevolgen voor de groepssamenstellingen en de maximale groepsgrootte.
- Voor de berekening van de bkr bij combinatiegroepen van dagopvang en buitenschoolse opvang wordt een kind van 4 jaar en ouder beschouwd als een kind van 3 jaar.
Wil je weten welke groepssamenstelling mogelijk is en hoeveel pedagogisch medewerkers bij een bepaalde groepssamenstelling minimaal vereist zijn? De rekenhulp IKK is een praktische tool die je antwoord geeft op deze vragen.