BMK verbaasd over maximum aantal personen Stint: van 10 naar 8
De BMK is voorstander van zo veilig mogelijk vervoer binnen de kinderopvang en onderschrijft de technische aanpassingen die de Minister voorstelt in het nieuwe tijdelijk toelatingskader. Wij zijn echter verbaasd over de aanpassing om het maximaal aantal kinderen dat per Stint vervoerd mag worden terug te brengen van 10 naar 8.
Op 18 februari stuurde de BMK samen met BK en BOinK een brief aan de Minister waarin we ervoor pleiten om níet het het aantal zitplaatsen te verminderen van 10 naar 8 kinderen. Wij geven in deze brief aan dat de vermindering van het aantal zitplaatsen de veiligheid van het vervoer met de Stint niet zal vergroten maar mogelijk zelfs verminderen. Bovendien dwingt deze maatregel aanbieders om het aantal ritten met de Stint sterk uit te breiden waardoor de verkeersbewegingen toenemen en er extra personeel moet worden ingezet. De kinderopvangbranche kampt op dit moment al met een enorm personeelstekort.
Tenslotte, hoe tijdelijk is tijdelijk? Dit gezien de lange termijn die de Minister aangeeft voor het definitieve toelatingskader.
Op 21 maart gaan we hierover met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek. Hierbij zullen BOinK en BK aansluiten.
Tijdelijk toelatingskader Stint
Op 26 februari heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een brief uitgestuurd over het nieuwe toelatingskader voor de Stint en de wijzigingen ten opzichte van het huidige toelatingskader. In de brief neemt Minister Cora van Nieuwenhuizen de Kamer mee in de uitgangspunten van de keuzes die zij heeft gemaakt bij de tussentijdse aanpassing van het toelatingskader. (In de bijlage het schematisch overzicht van wat de Minister van plan is aan te passen in het huidige toelatingskader – zie onder dit bericht). Van Nieuwenhuizen wil dit tussentijdse toelatingskader zo snel mogelijk – na behandeling in de Tweede Kamer – in werking laten treden, op z’n vroegst op 1 april 2019.
De aanpassingen die de Minister voorstelt betreffen voornamelijk de technische eisen, zoals een extra remsysteem maar ook geeft de Minister aan dat zij het aantal plaatsen voor passagiers wil maximeren op 8 personen. Aanpassingen betreffen ook de procedure, toezicht en handhaving en het informeren van de gebruikers.
Ook merkt de Minister op dat met deze tussentijdse aanpassing een eerste stap is gezet in de herijking van het toelatingskader. En dat zij nog in afwachting is van de uitkomsten van het ongevalsonderzoek van het ongeluk met de Stint in Oss en van de uitkomsten van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De Minister verwacht in maart de definitieve adviezen van de RDW en de SWOV. De uitkomsten van deze onderzoeken en adviezen worden meegenomen bij de definitieve herijking van het toelatingskader voor bijzondere bromfietsen.
Tenslotte schrijft de Minister dat de SWOV adviseert dat de bijzondere bromfiets alleen op fietspaden of 30 km/u wegen zou moeten rijden, gescheiden van ongelijkwaardige voertuigen als auto’s. ‘Nu de infrastructuur of snelheidslimieten daarop niet zijn ingericht (of op korte termijn zijn in te richten) zou dit het beoogde gebruik van deze voertuigen behoorlijk kunnen beperken. Ik bezie nog hoe hiermee om te gaan bij de definitieve herziening van het kader, maar specifiek voor nu en met betrekking tot de Stint ben ik voornemens om afspraken te maken met de kinderopvangbranche over het gebruik van veilige routes.’
De verwachting is dat het nieuwe toelatingskader in de Tweede Kamer zal worden besproken.
Binnenkort spreken we met het Ministerie over de actuele stand van zaken met betrekking tot de Stint, het nieuwe toelatingskader, de optimalisatie van routekeuzes en de stappen die nodig zijn om de terugkeer van de Stint te realiseren.
Overzicht van de wijzigingen Beleidsregel.
Brief RDW 20 februari 2019 ‘Aanscherpingen voorlopig advies toetsingskader bijzondere bromfietsen’