Algemeen overleg: na de zomer terugkeer veilige Stint met uitzicht op 10 kinderen per Stint
Convenant dankzij samen optrekken van de branchepartijen BMK, BOinK en BK
Uitkomst van het AO op 16 april met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de Stint is dat de Tweede Kamer akkoord gaat met de aanpassingen aan het voertuig die minister Cora van Nieuwenhuizen heeft voorgesteld. Een convenant met de sector maakt het mogelijk dat bindende afspraken over onder meer een rijvaardigheidstoets voor de bestuurder en veilige routes worden vastgelegd.
De BMK heeft zich samen met BOinK en BK de afgelopen weken ingespannen om te komen tot dit convenant dat in beginsel kan gelden tot er wetgeving over dit onderwerp is. Dit betekent dat een snellere herintroductie van een vernieuwde Stint mogelijk is en we niet hoeven te wachten op wetgeving die twee jaar zou duren, met het risico dat onveilige alternatieve worden aangewend voor het vervoer van kinderen. Het nieuwe toelatingskader treedt begin mei in werking en zou er voor moeten zorgen dat een vernieuwde Stint met ingang van het nieuwe schooljaar weer in gebruik genomen kan worden. Wij zijn verheugd dat de minister zich bereid heeft getoond om in overleg met ons en de andere branchepartijen tot afspraken te komen over de veiligheid.
BMK pleidooi voor 10 zitplaatsen (in plaats van 8) per Stint lijkt haalbaar
De BMK heeft in de gezamenlijke brieven (21 januari 2019 en 18 februari 2019) die wij stuurden steeds gepleit voor 10 zitplaatsen per Stint omdat dit aansluit op de bkr voor de bso. Van Nieuwenhuizen antwoordt op vragen van Kamerleden waarom de minister lijkt te kiezen voor 8 in plaats van 10 kinderen in een Stint, dat zij samen wil optrekken met de branche kinderopvang en de ouders om te komen tot de meest veilige keus. Want 8 kinderen in een Stint sluit aan bij de Europese wet- en regelgeving en die zegt dat je met rijbewijs B maximaal 8 personen mag vervoeren. Wil je 10 personen vervoeren dan moet je rijbewijs D hebben en wordt er meer van de chauffeur in kwestie verwacht. Van Nieuwenhuizen zegt niet van een pedagogisch medewerker te willen verwachten dat zij een rijbewijs D heeft. Dat zou daarmee pleiten voor maximaal 8 kinderen per Stint. Echter, dan zullen er weer meer verkeersbewegingen met een Stint zijn wat de veiligheid niet vergroot. Waar PvdA Kamerlid Gijs van Dijk aan toevoegt dat minder kinderen, dus 8 per Stint, uitnodigt tot het introduceren van alternatieve vervoersmiddelen die veel onveiliger zijn.
Van Dijk concludeert dat hij het positief vindt te zien dat de minister – net als de Kamerleden – zoekt naar de meest veilige en optimale situatie hierin. Van Nieuwenhuizen beaamt dit en stelt de voorwaarde dat indien het toegestaan wordt om 10 kinderen te vervoeren in een Stint, zij wel een convenant wil dat ‘wat voorstelt’ dus strikte afspraken over veiligheid en ‘het moet iets afdwingbaars zijn. Want meer kinderen in en Stint betekent meer risico.’
Terugkeer Stint na de zomer: toetsing aan het nieuwe tijdelijk kader
Ook schets de minister het pad met betrekking tot het tijdelijke toelatingskader dat begin mei in werking treedt. Vanaf dat moment kunnen fabrikanten een aanvraag indienen voor voertuigen die voldoen aan dit tijdelijke kader nieuwe eisen van de Stint. Vervolgens gaat het RDW de aanvraag voor het desbetreffende voertuig inhoudelijk beoordelen. Het advies dat volgt wordt voorgelegd aan de minister die een besluit neemt over de aanvraag. Dit tijdspad zal maximaal 12 weken in beslag nemen dus zou vóór september dit jaar, dus voor aanvang van het nieuwe schooljaar afgerond moeten kunnen worden. Hiermee keert de Stint terug in de kinderopvang als veilig, duurzaam en betaalbaar vervoersmiddel.