De regering, werkgevers en werknemers hebben afspraken gemaakt over een aantal veranderingen in het pensioenstelsel. Deze afspraken staan in het Pensioenakkoord 2019. De veranderingen raken vrijwel iedereen. Hieronder vind je een overzicht van de voorgestelde veranderingen.
AOW-leeftijd gaat minder snel omhoog
Tot 2021 blijft de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. Daarna gaat de AOW-leeftijd in een paar stappen omhoog:
- In 2022 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 7 maanden.
- In 2023 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 10 maanden.
- In 2024 is de AOW-leeftijd 67 jaar.
- Na 2024 gaat de verhoging van de AOW-leeftijd door, maar minder snel dan nu het geval is.
Vroegpensioen 3 jaar voor je AOW-leeftijd
Op dit moment moet je werkgever een hoge boete betalen als je van je werkgever geld krijgt om met vervroegd pensioen te gaan. Vanaf 2021 betaalt je werkgever die boete niet als:
- je 3 jaar voor je AOW-leeftijd met pensioen gaat, en
- je van je werkgever maximaal € 19.000 per jaar ontvangt vanaf de datum waarop je stopt met werken tot je AOW-leeftijd.
Werkgevers en werknemers gaan hierover nog afspraken maken.
Pensioenopbouw bij pensioenfondsen
De pensioenopbouw bij pensioenfondsen gaat veranderen. Als je pensioen opbouwt bij een pensioenfonds, betaalt je werkgever voor elke werknemer evenveel premie. Het maakt niet uit hoe oud de werknemers zijn. Daardoor betaalt een werkgever voor jongere werknemers te veel premie en voor oudere werknemers te weinig. Een deel van de premie voor jongere werknemers gaat naar het pensioen van oudere werknemers. Dat systeem (de doorsneepremie) werkte ooit goed, maar nu niet meer. Daarom gaat dit veranderen. De verwachting is dat jouw pensioenpremie helemaal voor jouw pensioen is. Wat dat precies betekent en hoe dit zal worden uitgewerkt, dat moeten we nog afwachten.
Pensioenopbouw bij verzekeraars
Ook de pensioenopbouw bij verzekeraars gaat veranderen. Bij verzekeraars is de hoogte van de pensioenpremie afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. Voor jonge werknemers betaalt een werkgever (veel) minder pensioenpremie dan voor oude(re) werknemers. Het is de bedoeling dat een werkgever straks voor elke werknemer evenveel premie betaalt. Het maakt dan niet uit hoe oud de werknemer is. Wat dat betekent voor je pensioen, is nog onduidelijk.
Meer werknemers moeten pensioen opbouwen
Er zijn nog steeds veel werknemers die geen pensioen opbouwen. Daarnaast bouwen uitzendkrachten vaak pas pensioen op als ze minimaal 26 weken werken. In het voorlopig Pensioenakkoord 2019 is afgesproken dat meer werknemers pensioen moeten gaan opbouwen. Het is nog niet duidelijk hoe dat gaat uitpakken.
En de pensioenkortingen?
Je hebt het waarschijnlijk wel gelezen of gehoord. Veel pensioenfondsen moeten de pensioenuitkeringen verlagen. Dat is nodig om aan de pensioenregels te voldoen. De afspraken uit het voorlopige Pensioenakkoord 2019 betekenen dat je pensioen misschien gelijk blijft of minder daalt. Wat er precies met je pensioen gebeurt, hangt af van het pensioenfonds waar je pensioen opbouwt.
PFZW waar wij als kinderopvangbranche mee werken heeft de volgende Informatie beschikbaar gesteld.