Het gaat goed met de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland, ondanks de stijgende vraag naar opvang en het personeelstekort. Dit blijkt uit de derde meting van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK 2019). Het rapport presenteert de resultaten van de gecombineerde metingen van 2017, 2018 en 2019, schetst de ontwikkelingen in kwaliteit over de tijd en biedt een internationale vergelijking.

Belangrijke conclusies:

  • Uit de gecombineerde metingen van 2017, 2018 en 2019 komt een overwegend positief beeld naar voren van de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland. De gemiddelde emotionele proceskwaliteit is in alle kinderopvangtypen voldoende tot goed. De structurele kwaliteitskenmerken, zoals opleidingsniveau van de medewerkers, groepsgrootte en kind-beroepskrachtratio, zijn in overeenstemming met de wettelijke regels.
  • De gemiddelde educatieve kwaliteit is in alle opvangtypen duidelijk lager dan de emotionele kwaliteit.
  • De gastouderopvang geeft een iets ander beeld. Hoewel de emotionele kwaliteit gemiddeld vergelijkbaar is met die van de andere opvangsoorten, is de variatie groter met opvallende uitschieters naar beneden.
  • De werkbeleving van pedagogisch medewerkers en gastouders is overwegend positief. Zij ervaren gemiddeld een prettig collegiaal werkklimaat en hebben het gevoel betrokken te worden bij beslissingen binnen de organisatie. De ervaren werkstress is in het algemeen laag.
  • De trendanalyses laten voor de kinderdagopvang een substantiële kwaliteitsstijging zien op verschillende observatie-instrumenten ten opzichte van de voorgaande metingen in 2011 en 2012. Eerdere onderzoeken toonden een sterke daling in kwaliteit vanaf 1995 met 2008 als dieptepunt. Vanaf 2008 is de kwaliteit gestaag gestegen en de recente metingen uit 2017 – 2019 laten zien dat de kwaliteit zelfs boven het oorspronkelijk hoge niveau van 1995 ligt.
  • Hoewel de kwaliteit in de gastouderopvang gemiddeld hetzelfde beeld laat zien als de groepsopvang – dus hogere emotionele proceskwaliteit en lagere educatieve proceskwaliteit – blijkt de variatie groter in de gastouderopvang. Alles beschouwende, lijkt het erop dat de kwaliteit van de gastouderopvang meer aan sociale selectietendensen onderhevig is dan de andere opvangsoorten. Een mogelijke verklaring is dat welgestelde en hoger opgeleide ouders beter weten wat ze belangrijk vinden in de opvang voor hun kind(eren) en gastouders kunnen kiezen die een hogere kwaliteit bieden. Een belangrijke kanttekening is dat de steekproef gastouders niet als representatief kan worden gezien.
  • De gemiddelde scores voor globale kwaliteit liggen in Nederland het hoogst in vergelijking met onderzoek uit Europese landen en zelfs buiten Europa. De kwaliteit kan zich meten met de recent gevonden kwaliteit in Engeland en ligt hoger dan in Australië en Scandinavische landen.
    • Voor de babyopvang zijn er minder internationale vergelijkingen mogelijk, omdat er minder onderzoek naar gedaan is. De babyopvang in de huidige steekproef scoort hoger op zowel emotionele als educatieve kwaliteit dan de babyopvang in de onderzoeken in Vlaanderen, Portugal en de Verenigde Staten.
    • Voor de buitenschoolse opvang zijn geen vergelijkingen mogelijk met buitenlands onderzoek.

Achtergrond
Het consortium LKK, bestaande uit de Universiteit Utrecht en Sardes, monitort de kwaliteit in de kinderopvang in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De LKK meet van 2017 t/m 2020 (en mogelijk t/m 2025) jaarlijks de kwaliteit in alle vormen van kinderopvang.

Download de samenvatting

Meer informatie

Deel dit nieuwsbericht