De Belastingdienst en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben dat vandaag met de publicatie van cijfers over Q2-2017 bekend gemaakt..
Groeiende economie en hogere arbeidsparticipatie
Door groei van de economie en op de arbeidsmarkt is er meer vraag naar (een vorm van) kinderopvang en gaan er meer kinderen naar de opvang. Veel werkzoekende vonden in het eerste half jaar van 2017 weer werk.
Vrouwen werken nu gemiddeld bijna 26 uur per week. Moeders met jonge kinderen tot en met 11 jaar nog een half uur meer, gemiddeld 26,5 uur.
In het tweede kwartaal van 2017 gingen er 293.000 kinderen naar de dagopvang, 341.000 naar de buitenschoolse opvang en 121.000 kinderen naar gastouders. Sommige kinderen maken gebruik van meerdere vormen van opvang.
Het afgelopen jaar zijn er meer kinderopvanglocaties bijgekomen. 628 centra voor dagopvang. Daarvan zijn er nu 7.643. Ook het aantal locaties voor buitenschoolse opvang is het afgelopen jaar toegenomen. Er kwamen 238 bso’s bij en daarvan zijn er nu 6.733.
Er zijn nu bijna 1.400 gastouders minder dan in de zomer vorig jaar. Het aantal gastouders daalt al jaren.
Kwalitatieve opvang
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: ,,Het is fantastisch om te zien dat steeds meer moeders werken en dat hun kinderen dan terecht kunnen bij kwalitatief goede en betaalbare opvang. Zij kunnen in die tijd spelenderwijs al veel leren en natuurlijk ook gezellig samen spelen met andere kinderen. Daar hebben zij later veel profijt van. Goed voor hun taal en goed voor hun ontwikkeling.’’