Kamerbrief Slob en Van Engelshoven
Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) en Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) publiceerden vandaag een Kamerbrief waarin zij een Nationaal Programma Onderwijs aankondigen. Het doel hiervan is om leerlingen en studenten te helpen hun gaven en talenten tot bloei te brengen, ondanks de gevolgen van de coronacrisis voor het onderwijs. Dit betekent dat de komende twee en een half jaar € 8,5 miljard extra wordt geïnvesteerd in het gehele onderwijs, van het funderend onderwijs tot en met het hoger onderwijs.
Daarnaast worden scholen en instellingen met structureel € 645 miljoen gecompenseerd voor de grotere instroom van leerlingen en studenten. ‘We nemen deze maatregelen vanuit een diepgevoelde verantwoordelijkheid voor de toekomst van de huidige generatie leerlingen en studenten”, schrijven de ministers, ‘De huidige generatie leerlingen en studenten verdient, ondanks de coronacrisis, alle kansen op volwaardig onderwijs en een goede toekomst’.
Minister Slob: “Met dit Nationaal Programma doen we er alles aan om de jongste generaties in ons land dezelfde kansen te bieden als de generaties die zonder pandemie naar school gingen. Daarom gaan we heel gericht kijken wat elke leerling nodig heeft om de pijn van deze pandemie zoveel mogelijk te verzachten. Tegen alle leerlingen zou ik willen zeggen: het land zat het afgelopen jaar dan misschien op slot, maar met dit Nationaal Programma houden we jullie toekomst open.”
Het Programma neemt stevige maatregelen om verdere vertraging en achterstanden te voorkomen en om opgelopen vertraging en achterstanden waar mogelijk zo snel mogelijk in te halen. De maatregelen starten op korte termijn (vanaf nu en tot en met de zomervakantie van 2021) en lopen door tot en met 2023. “Zo willen we in de komende maanden en jaren vanuit de coronatijd toegroeien naar een nieuwe toekomst voor het onderwijs. De positieve ervaringen van de afgelopen periode, die er ook zijn, benutten we voor de ontwikkeling van ons onderwijs. Hiermee wordt tegelijkertijd een basis gelegd voor structurele verbeteringen in het onderwijs.”
BMK: ‘Wij denken graag mee over bijvoorbeeld de structurele inzet van Bso-medewerkers binnen het onderwijs’
De BMK is heel blij met dit goede nieuws voor kinderen! Veel kinderen hebben vertraging opgelopen in hun cognitieve, maar ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling tijdens de coronacrisis. Speciale aandacht vragen wij voor de meest kwetsbare kinderen, juist in deze coronacrisis. Zo dreigen kinderen met een Voorschoolse Educatie indicatie op achterstand te komen.
Kinderen gaan vanaf het moment dat ze ongeveer anderhalf jaar zijn naar de VE. Veel kinderen zijn als gevolg van de coronacrisis niet geïndiceerd. En de kinderen die afgelopen tijd zijn gestart of zouden starten na een wenperiode, hebben na de eerste sluiting en tweede sluiting heel veel begeleiding moeten missen. We zien graag maatregelen ter versterking van de ontwikkeling van deze kinderen, wellicht zelfs door VE expertise in te zetten in de vroegschoolse periode, door een soort verlengde VE in groep 1. Daarnaast hebben we gelukkig tijdens de noodopvang een groot aantal kinderen in kwetsbare posities weten bereiken en hen kunnen opvangen, maar helaas niet allemaal.
Daarnaast is het natuurlijk zo dat kinderen zich niet alleen ontwikkelen in het onderwijs. Inzet op beperken en wegwerken van negatieve gevolgen door de coronacrisis, moeten we daarom breed inzetten. Binnen de wijk zijn naast de scholen, zorg en welzijn, ook de kinderopvang, gastouderopvang en Bso sleutelspelers voor de ontwikkeling van kinderen.
Om het onderwijs te ontlasten én te verrijken zou een structurele inzet van Bso-medewerkers binnen het onderwijs uitgewerkt kunnen worden. De BMK denkt graag mee in de uitwerking van de kaders die vandaag door de beide ministers gepresenteerd zijn.
En last but not least, de Pedagogisch medewerkers hebben hard doorgewerkt afgelopen periode, maar staan ook nu weer te trappelen om hun bijdrage te leveren. Deze mensen verdienen waardering voor hun inzet; vergeet de kinderopvang en dus ook de Bso en de gastouderopvang niet.
Korte Samenvatting van de Kamerbrief
Twee programmalijnen
Het Nationaal Programma Onderwijs bestaat uit twee programmalijnen: de programmalijn funderend onderwijs en de programmalijn mbo en hoger onderwijs. De belangrijkste maatregelen worden in de brief kort geschetst, inclusief de doelen en instrumenten. De nadere uitwerking van de twee programmaplannen is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Maatregelen primair, voortgezet en speciaal onderwijs: Elke school krijgt vanaf komend schooljaar geld om leerlingen heel gericht te helpen, ook op sociaal-emotioneel gebied. Leraren bepalen mede hoe dit geld wordt ingezet. Zij kunnen kiezen uit bewezen effectieve maatregelen zoals gerichte bijles in kleine groepjes of samenwerking met bibliotheken op het gebied van lezen. De ongeveer 6600 basisscholen ontvangen hiervoor komend schooljaar gemiddeld 180.000 euro per school. Voor de 650 middelbare scholen gaat het om gemiddeld ruim 1,3 miljoen euro per school. Scholen met veel leerlingen met minder kansen krijgen verhoudingsgewijs meer geld.
Daarnaast vragen we van scholen om leerlingen komende zomerperiode hulp en gratis bijles te geven voor leerlingen die dat willen en nodig hebben. Een andere mogelijkheid is om de extra middelen in te zetten voor brede brugklassen, zoals vmbo/havo. Dat geeft leerlingen meer tijd om te kijken op welke plek ze het beste tot hun recht komen. Van elke brugklasser wordt gekeken of ze op de juiste plek zitten. Ook wordt er opnieuw geïnvesteerd in meer vakleerkrachten, onderwijsassistenten en ander onderwijsondersteunend personeel om de werkdruk van leraren te verlichten.
Bijlage 1 brief TK Nationaal Programma Funderend Onderwijs
Informatie Rijksoverheid (17 februari 2021)