Door de coronacrisis moesten kinderopvang en basisonderwijs sluiten in de periode van 16 maart tot 8 juni 2020.
Op 8 juni was het terug naar business as usual…. maar niet helemaal. De veiligheidsprotocollen i.v.m. corona brengen een nieuwe manier van werken en omgaan met elkaar, de ouders en de kinderen met zich mee, waar iedereen aan moet wennen.
BBL-ers en BOL stages tijdens de sluiting/ gedeeltelijke opening van de kinderopvang
Het spreekt voor zich dat gedurende de sluiting van de kinderopvang de BOL stages en BBL-werkplekken onder druk kwamen te staan. Stages werden stop gezet, BBL-werkplekken werden soms wel voortgezet (bijvoorbeeld als de BBL-er al formatief ingezet werd), maar ook vaak stopgezet.
Vanaf 8 juni konden in principe de stages en de BBL-plekken weer hervat worden. Niet alle stagiaires wilden dat ook, sommige studenten hebben ervoor gekozen hun studie te verlengen.
De begeleiding van en contacten met de BOL stagiaires en BBL-ers moest op afstand plaatsvinden. Zo ook de contacten met de scholen en opleidingen zelf. Soms hebben praktijkbegeleiders via intranet groepen gemaakt en informatie gegeven. Samen met de opleidingsinstituten is gewerkt aan aanpassing van het leertraject voor BBL-ers met meer blended learning.
Kortom, er zijn veel maatwerkafspraken aan te pas gekomen om de situatie voor de BOL stagiaires en BBL-ers in goede banen te leiden.
Arbeidsmarktpeiling
In opdracht van het arbeidsmarktplatform Kinderopvang heeft het FCB in mei/juni uni van dit jaar een peiling uitgezet bij HR medewerkers in de sector kinderopvang, waarin ook vragen over BBL-ers en BOLers opgenomen zijn.
Een conclusie van deze peiling was dat er een einde is gekomen aan de stijging van het aantal stages en BBL-leerwerkplekken. Het beeld verschilt wel tussen kleinere en grote kinderopvangorganisaties (50 werknemers of meer). Eén op de drie grote kinderopvangorganisaties zeggen minder of geen BOL-stages of BBL-leerwerkplekken aan te (gaan) bieden. 21 procent tegen 9 procent van de grote kinderopvangorganisaties zegt minder BBL-plekken aan te bieden, 13 procent grote tegen 6 procent kleine organisaties bieden geen BBL-plekken meer aan, waar ze dat voorheen wel deden.
Ook voor de bol-stages zien we een verschil tussen kleine en grotere organisaties. Het zijn ook hier vooral de organisaties met 50 werknemers of meer die aangeven minder bol-stages aan te bieden (17 procent tegen 9 procent in totaal) of geen bol-stages aan te bieden (17 procent tegen 11 procent in totaal).
(Bron: Quickscan kinderopvang, Arbeidsmarktontwikkelingen 2020, Meting juni 2020, FCB)
Ook uit cijfers van S-BB (Samenwerking Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven) blijkt dat het aantal stageplaatsen en leerbanen vanaf april 2020 drastisch is verminderd. Per 6 augustus bedraagt het tekort bijna 21.000 stages en leerbanen in alle sectoren.
De cijfers voor zorg en welzijn laten zien dat er in totaal in juli 2020 12% minder BOL-stageplekken en BBL-leerwerkplekken zijn. In het marktsegment welzijn is er momenteel een tekort van 1.921 stages en 81 leerbanen. 44% van de ondervraagden noemde het coronavirus als oorzaak van de terugloop. De cijfers worden door S-BB steeds geactualiseerd en zijn te vinden op hun website.
Actieplan Stages en Leerbanen
S-BB heeft in april 2020 een Actieplan Stages en Leerbanen opgesteld. De ambitie is om voor voldoende stages en leerbanen voor de ruim 500.000 mbo-studenten, aankomende studenten, zijinstromers en herintreders te zorgen. Dit kan natuurlijk niet anders dan in onderlinge samenwerking met het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven.
In het actieplan zijn 12 acties opgenomen. Het actieplan sluit aan op landelijke en regionale initiatieven zoals NLwerktdoor.nl, zodat bedrijven nu en in de toekomst beschikken over de vakmensen die ze nodig hebben en studenten de beste praktijkopleiding krijgen met uitzicht op een baan.
Oproep
De kinderopvang is een conjunctuurgevoelige sector. In economisch slechtere tijden krimpt het aantal werknemers, loopt de instroom in de opleidingen terug, waardoor er (grote) tekorten ontstaan in tijden dat het weer beter gaat en de vraag naar kinderopvang weer toeneemt.
Behoud en voortgang van zowel BOL-stages als BBL-plekken is van belang om deze zogenaamde varkenscyclus tegen te gaan.
Veel organisaties lijken nu al te anticiperen op een forse terugloop in de vraag naar kinderopvang. Dat is begrijpelijk, maar nieuwe aanwas van medewerkers zal toch nodig blijven.
Wat kunnen kinderopvangorganisaties doen?
- Er is een groep studenten die zelf geen stage meer durven/willen lopen. De loopbaancoaches bij de ROC’s gaan uiteraard het gesprek daarover aan. Dit zou wellicht samen met de praktijkopleider van de kinderopvangorganisatie kunnen. In ieder geval kan er onderling contact onderhouden worden.
- Kinderopvangorganisaties kunnen gebruik maken van de subsidie Praktijkleren voor de begeleiding van BBL-studenten
- Het is ook van belang zittende medewerkers te behouden, voor je eigen organisatie of in ieder geval voor de kinderopvang. Je kan bekijken je gebruik kan maken van de subsidiemogelijkheden voor duurzame inzetbaarheid van personeel, bijvoorbeeld de Stimuleringsregeling Leren en Ontwikkelen in het mkb (SLIM), de subsidie ‘Tel mee met Taal’ of subsidies voor duurzame inzetbaarheid via Europees Sociaal Fonds (ESF).
- Heb je vacatures voor BBL-plekken? Meld die aan op werkenenlereninkinderopvang.nl
Wij horen graag welke ideeën en goede voorbeelden er zijn voor het behoud van de BOL-stageplekken en BBL-leerwerkplekken. Laat het ons weten, dan delen we die binnenkort online.
Mailen kan naar info@bmko.nl