Bijeenkomsten Harmonisatie: veel ‘food for thought’!
De organisatie en de randvoorwaarden van het peuterwerk verschillen per gemeente. Tijdens de drie regionale bijeenkomsten over de Wet harmonisatie gingen de deelnemers hierover in gesprek. De Wet harmonisatie heeft niet geleid tot meer eenduidigheid in de peuteropvang, zo was de constatering.
IJsbrand Jepma van Sardes gaf een interactieve presentatie over de gevolgen van de Wet harmonisatie voor peuters. Al snel ontstond een bevlogen gesprek.
Daaruit kwam naar voren dat de grote diversiteit van peuteraanbod niet zozeer het gevolg is van de Wet harmonisatie, maar veel meer voortkomt uit de beleidsvrijheid van gemeenten. Die maken eigen keuzes, passend bij de lokale situatie en mogelijkheden. Daardoor vinden organisaties het soms lastig te volgen welke regels gelden en welk beleid bepalend is voor het toezicht vanuit de GGD.
Door een aantal deelnemers werd geconstateerd dat zich een kleine terugloop in nieuwe plaatsingen aftekent. Over de oorzaak daarvan bestaat geen helder beeld; het zou bijvoorbeeld veroorzaakt kunnen worden doordat KOT-ouders zijn overgestapt van peuteropvang naar dagopvang.
De aanwezigen waren eensgezind in hun zorgen over de ingewikkeldheid voor ouders als het om de kosten van peuteropvang gaat. Ook vindt men het zorgelijk dat de Asscher-middelen niet-geoormerkte middelen zijn, waardoor sommige gemeentes deze niet inzetten voor peuteropvang. Als een gemeente niet bereid is ‘eigen geld’ te besteden, kan dit leiden tot een voorziening die juist voor de minst draagkrachtige ouders niet meer goed bereikbaar is.
De gedeelde conclusie was dat gemeentelijke lobby van groot belang is. Een landelijke benchmark naar de besteding van GOAB-gelden en eigen middelen is hierbij wenselijk.
De regionale bijeenkomsten werden ter afsluiting van het Ondersteuningstraject Harmonisatie georganiseerd door SWN,BMK en BK. Ze vonden eind november plaats in Zwolle, Utrecht en Eindhoven.