De dreigende omvangrijke sluiting van groepen kinderen heeft de branche kunnen voorkomen door op grote schaal commerciële testen in te kopen. Dankzij deze noodgreep is de sluiting van groepen kinderen beperkt gebleven tot 10% van de kinderopvangorganisaties, blijkt uit een enquête van de branche. Tegelijkertijd is het een wrange conclusie dat de kinderopvang naar achteren wordt geschoven als het om voorrang in testen gaat, zo bleek vorige week, maar wel het risico loopt beboet te worden omdat zij niet kan voldoen aan de strenge kwaliteitseisen.
Commercieel testen
De cijfers blijken uit een enquête van BMK en BK waarin ruim 40% van de respondenten aangeeft commerciële testen in te kopen om medewerkers zo snel mogelijk weer op de groep te krijgen. De sluiting van groepen is daardoor beperkt gebleven tot ongeveer 1% van de kinderen blijkt uit de enquête. Vertaald naar landelijk niveau zou dat gaan om 10.000 kinderen. Deze gezinnen, waaronder kwetsbare kinderen en ouders met cruciale beroepen, hebben de problemen die zij als gevolg hiervan ondervonden, zelf moeten oplossen.
Coulanceregeling
Zolang het testbeleid niet op orde is en de GGD de vraag naar testen niet aankan, zitten personeelsleden van kinderopvangorganisaties en gastouders (onnodig) lang thuis, wachtend op een testafspraak of testuitslag. De branche heeft gevraagd om kinderopvangorganisaties en de toezichthoudende GGD’en duidelijke handvatten te bieden voor inspectie. Deze duidelijke landelijke handvatten hebben we niet gekregen.
‘Nu gaan we zelf maar een kader maken voor onze leden dat aangeeft welke stappen ze kunnen zetten om te voorkomen dat organisaties boetes krijgen vanwege te weinig personeel op de groepen,’ zo legt Monique Vreeburg, voorzitter Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang uit. ‘Van de overheid komen de handvatten voorlopig niet.’
Overheid laat ons lelijk in de steek
Het is een wrange conclusie dat de kinderopvang niet alleen naar achteren wordt geschoven als het om voorrang in testen gaat, vervolgens zelf massaal investeert in de aankoop van commerciële testen maar daar bovenop ook nog het risico loopt beboet te worden omdat zij niet aan de strenge kwaliteitseisen kan voldoen die dateren van vóór de corona-crisis. De leden van de brancheorganisaties hebben het gevoel dat de overheid hen niet bijstaat om de klus te klaren in deze lastige tijd.
‘We hebben gevraagd om voorrang bij het testen, dat hebben we niet gekregen. We hebben gevraagd om een coulanceregeling met bruikbare handvatten voor ons en de inspectie hoe we om moeten gaan met de personeelstekorten; hebben we niet gekregen,’ zo schetst Emmeline Bijlsma, directeur Brancheorganisatie Kinderopvang, de situatie. ‘De centrale inkoop van testen die de brancheorganisaties hebben gefaciliteerd heeft de branche al honderdduizenden euro’s gekost.’
Gevolg tarieven 2021
De kosten die kinderopvangorganisaties maken komen bovenop de al voorziene kostenstijging. De branche vreest dat daardoor een groot deel van de leden de tarieven in 2021 aanzienlijk moet verhogen. Het toeslagtarief van de overheid wordt in 2021 met 3,5% verhoogd. De branche verwacht een stijging van de werkelijke tarieven van 4-4,5%. Daarmee gaan de toeslagtarieven en de werkelijke tarieven die ouders betalen, steeds verder uit elkaar lopen. De toegankelijkheid van kinderopvang voor lagere inkomens staat daarmee op de tocht. ‘Het zou de overheid sieren als ze hier rekening mee houdt en vanwege de uitzonderlijke context, de maximum uurtarieven verder verhoogt,’ aldus Bijlsma.
Dit bericht in de media:
NOS (30 september): ‘Gevolgen uitval kinderopvang beperkt, branche voelt zich in de steek gelaten’
KinderopvangTotaal (1 oktober): ‘BK en BMK vragen om hogere tarieven vanwege coronacrisis’