Elly Singer, pedagoog en ontwikkelingspsycholoog, was een icoon en een bron van inspiratie voor de Nederlandse kinderopvang. Op 7 september jl. is zij overleden. Elly was universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam, en staat bekend om haar vernieuwende onderzoek dat resulteerde in nieuwe theoretische inzichten.
Elly Singer heeft met haar onderzoek en boeken veel invloed gehad op de manier waarop wij tegen pedagogiek en kinderopvang aankijken. In 1991 schreef zij ‘Kinderopvang en de moeder-kindrelatie’, een pedagogische studie naar de relatie tussen moederliefde en kinderopvang. Activiteiten van moeders/opvoeders buiten de opvoeding van de kinderen, werden vroeger vaak gezien als strijdig met de belangen van deze kinderen. Onderzoek naar het waarom, en naar de motieven die nu en vroeger ten grondslag lagen aan sociale bewegingen voor kinderopvangvoorzieningen maken dat dit boek nog steeds actueel is. Elly werpt met dit boek een nieuw licht op de rol van moederliefde in de hedendaagse opvoeding en benoemt de emancipatoire werking van kinderopvang.
Pauline Schellart (medeoprichter en voormalig vicevoorzitter BMK) studeerde in de jaren negentig Pedagogische Wetenschappen aan de universiteit van Amsterdam en kreeg les van Elly Singer. Pauline: “Elly heeft zoveel zaadjes geplant die tot op de dag van vandaag invloed hebben op de manier waarop wij naar pedagogiek kijken. Pedagogiek gaat natuurlijk over het kind, maar ook over de context en onze interactie met kinderen. Elly onderzocht welke elementen daarin zitten die bekrachtigend kunnen werken. Ik was heel erg geboeid door de visie van Elly en werkte mee aan haar onderzoek. Als student-onderzoeker observeerde ik kinderen op de groep met behulp van een checklist en verzamelde materiaal voor het onderzoek van Elly. De wijze waarop Elly naar kinderen en hun interacties keek, is voor mij van grote betekenis geweest en heeft mij gevormd.”
De visie van Elly waarbij observeren en vervolgens op basis van de eigen sensitiviteit en wat nodig is op dat moment, aansluiten bij het kind, was zo vernieuwend dat een nieuw werkwoord ontstond; singeren. Ofwel; ‘er zijn’, een goede ruimte creëren en nabij het kind zijn, kijken en aansluiten in plaats van initiëren. In plaats van te onderzoeken wat de gevolgen zijn van tegenslagen voor de ontwikkeling van kinderen, keek Elly wat maakt dat kinderen ondanks tegenslagen zich wèl goed ontwikkelden. Pauline: ”Dat heb ik meegenomen; wat kan er wel, wat is wel mogelijk? Ik vind dat een heel hoopvolle boodschap!”