Het gebruik van een vorm van kinderopvang laat ook in het derde kwartaal van 2018 een groei zien. In vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2017, gaan er 58.000 kinderen meer naar de kinderopvang en maken ouder gebruik van meer uren aan opvang.
Het ministerie van Sociale Zaken publiceerde vandaag cijfers over het derde kwartaal van 2018. In totaal gingen er in het derde kwartaal van 2018 782.000 kinderen naar een vorm van kinderopvang. Het merendeel van de kinderen maakt gebruik van opvang op een BSO (368.000) of de dagopvang (323.000). Ongeveer 114.000 kinderen maken gebruik van de gastouderopvang. Vergeleken met het tweede kwartaal van 2018 gingen er iets minder kinderen naar de opvang, maar dat is een gebruikelijke daling die samenhangt met het effect van de zomervakantie.
Groei in arbeidsparticipatie vrouwen
De arbeidsparticipatie van alle vrouwen is in het derde kwartaal van 2018 gestegen, zowel ten opzichte van het voorgaandw kwartaal als ten opzichte van het hetzelfde kwartaal van 2017. De arbeidsparticipatie van alleenstaande moeders is met 0.2% het op een na hardst gegroeid. De netto arbeidsparticipatie van vrouwen tussen de 25 en 35 is gestegen naar 83,5% en blijft daarmee het hoogst onder vrouwen. De netto arbeidsparticipatie van mannen is ook bij iedere categorie gestegen. Het gemiddelde aantal gewerkte uren van moeders is vrij stabiel. In het derde kwartaal werkten zij gemiddeld 26,6 uur per week, een paar minuten meer dan in het tweede kwartaal van 2018. De BMK organiseerde in oktober een themadiscussie rond dit punt, een verslag daarvan lees je hier.
Aanbod kinderopvang
Het aantal dagopvanglocaties is gestegen met 28 in het afgelopen kwartaal en brengt het aantal locaties op 9.032. De groei van het aantal locaties in de buitenschoolse opvang zet gestaag door en is het afgelopen kwartaal gegroeid met 152 locaties naar 7.107 locaties. Het aantal gastouders is gedaald. Ten opzichte van het vorige kwartaal bedraagt de netto afname 1.144 naar 28.865.