Staatssecretaris van Ark heeft, in antwoord op vragen van D66, meer duidelijkheid gecreëerd over het oordeel over het vaste gezichten criterium in geval van overmacht. Van Ark biedt ruimte aan de (uitleg van de) kinderopvangorganisatie, waar GGD GHOR en VNG uitgingen van een zwart-wit beoordeling.
Van Ark stelt, onder meer:
“Met het wijzigen van de vaste gezichten-eis in alleen de norm voor baby’s veranderd: van drie naar twee vaste gezichten. In de toelichting bij de AMvB die tot 1 januari 2018 geldt, is opgenomen dat de toezichthouder met een aantal situaties van overmacht rekening kan houden. In de nieuwe AMvB, die op 1 januari 2018 ingaat, is deze opsomming niet opgenomen in de toelichting. Omdat de opsomming de suggestie van volledigheid wekt, terwijl er ook andere situaties denkbaar zijn waarin sprake is van overmacht. Met het laten vervallen van deze passage in de toelichting van de AMvB is nooit beoogd om overmacht situaties uit te sluiten bij het oordeel van de toezichthouder. De staatssecretaris gaat in overleg met de GGD GHOR om hier helderheid over te scheppen.”
Dit betekent, naar ons idee, dat de kinderopvangorganisatie tijdens structurele roosters zorgt voor twee (of drie) vaste gezichten. Afwijkingen, bijvoorbeeld in geval van ziekte, vakantie en verlof (en mogelijk om andere redenen, zoals scholing) lost de organisatie zo goed mogelijk op. Bij die oplossingen probeert de ondernemer uiteraard zoveel mogelijk stabiliteit voor kinderen te realiseren. Dat is immers waar het ons allen om te doen is! Juist daarover moet het gesprek tussen toezichthouder en ondernemer kunnen gaan. Die ruimte lijkt er nu weer te zijn.
De BMK dankt D66 heel hartelijk voor het stellen van deze vragen en staatssecretaris van Ark en haar ambtenaren voor het snelle antwoord!