Kabinetsreactie op Taskforce advies
Het vorige kabinet heeft eind 2016 de onafhankelijke Taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang ingesteld. De Taskforce had de opdracht om te adviseren hoe de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang kan worden vereenvoudigd zodat er meerwaarde ontstaat voor de ontwikkeling van kinderen, de arbeidsparticipatie van ouders en de gezamenlijk inzet van personeel. De Taskforce leverde op 27 maart 2017 het rapport Tijd om door te pakken in de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang op. De reactie hierop werd overgedragen aan het nieuwe kabinet. Afgelopen 13 juli 2018 verscheen deze kabinetsreactie van Staatssecretaris van Ark (SZW) en Minister van Engelshoven (OCW).
Dertien adviezen
De Taskforce heeft dertien adviezen uitgebracht aan scholen, kinderopvanginstellingen, gemeenten, sociale partners, brancheorganisaties, de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG), de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) en GGD GHOR. En bij 13 van de in totaal 23 subadviezen roept de Taskforce (onder andere) de Rijksoverheid op om deze op te pakken. De adviezen gaan in op thema’s als het pedagogisch curriculum, interprofessionele teams en gezamenlijk toezicht en huisvesting. Per advies leggen de Staatssecretaris en Minister uit hoe ze tegen de aanbeveling aankijken, wat er rond de aanbeveling speelt, en hoe ze samen met de relevante veldpartijen de samenwerking verder kunnen stimuleren.
Zoals vermeld in de kabinetsreactie hebben er gesprekken met veldpartijen plaatsgevonden. Zo ook met de BMK en overige partners van het vijf partijen overleg: de BK, SWN, PO-raad en VNG. Dit betekent niet dat wij het overal eens zijn met de inhoud van deze brief. Zo vinden wij het teleurstellend en een gemiste kans dat het kabinet de adviezen twaalf (´Maak een ontwikkel- en leercentrum mogelijk in wetgeving’) en dertien (‘Voer een basistoegangsrecht in’) niet op wil pakken. Nu vielen deze adviezen weliswaar buiten de taakopdracht van de Taskforce omdat ze niet passen binnen de huidige wettelijke en financiële kaders, maar de Taskforce benoemt deze adviezen niet voor niets. Het huidige kabinet vindt de ingrijpende stelselwijzigingen die nodig zijn om adviezen twaalf en dertien te realiseren niet wenselijk. De BMK ziet hierin juist een bevestiging van haar visie en missie.
Samenwerking kinderopvang en onderwijs in de praktijk
In de praktijk gaat de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs namelijk gewoon door. Men loopt alleen tegen bepaalde barrières op, zoals beschreven in het rapport van de Taskforce, die steeds nijpender worden en niet binnen de huidige kaders opgelost kunnen worden. Het kabinet lijkt te miskennen dat maatschappelijke ontwikkelingen doorgaan en dat er behoefte is aan een duidelijker langetermijnperspectief voor samenwerking voor de verschillende organisaties die middenin die ontwikkelingen staan. Bovendien missen we hiermee de kans om speerpunten op andere beleidsdossiers te realiseren: denk aan de rol van kindcentra bij preventie en de transformatie van de jeugdzorg. Of bijvoorbeeld aan de rol die interprofessioneel werken kan spelen in het verminderen van de werkdruk in het onderwijs.
Ook ten aanzien van adviezen één tot en met elf vinden wij de politieke ambitie nogal mager. Meer hierover volgt later, in een formele reactie.