Op 26 april informeerden Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) de Tweede Kamer over de Invulling van de door de Kamer aangenomen motie van de leden Sahla (D66) en Maatoug (Groenlinks) over oplossingen voor geïdentificeerde knelpunten bij samenwerking tussen de kinderopvang en het onderwijs.
In de Kamerbrief gaan de Ministers in op de knelpunten in de samenwerking tussen de kinderopvang en het primair onderwijs en de oplossingen die ze hier samen met het veld voor inzetten. Daarbij zien de Ministers de samenwerking niet als doel op zich, maar een middel om de ontwikkeling van jonge kinderen te bevorderen en ouders en professionals daarbij beter te ondersteunen.
De BMK juicht de toenadering tussen kinderopvang en onderwijs toe en heeft uitgebreid input geleverd op mogelijke oplossingsrichtingen om de knelpunten weg te nemen.
Goede samenwerking is essentieel
“Een goede samenwerking tussen de kinderopvang en het primair onderwijs is essentieel. Een betere samenwerking leidt tot betere kwaliteit van onderwijs en kinderopvang, en maakt beide sectoren aantrekkelijker voor professionals om in te werken. Ook kan door een goede samenwerking de ontwikkeling van het kind beter ondersteund worden. De noodzaak om onnodige obstakels weg te nemen, wordt dan ook breed gevoeld. We hebben al verschillende initiatieven in gang gezet om knelpunten weg te nemen. Het blijft van belang om meer (nieuwe) knelpunten aan te pakken. In deze brief hebben we beschreven wat al loopt, op welke acties wij de komende tijd inzetten, en welke acties de sectorpartijen de komende tijd ondernemen. Wij moedigen de sectorpartijen, ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid, aan om hier ook op volle kracht mee door te gaan. Gezamenlijk zetten we in op een kinderopvang- en onderwijssector die elkaar vanuit hun eigen rol en expertise versterken en aanvullen, om op die manier het beste te bieden aan kinderen, hun ouders en professionals”, schrijven Minister Van Gennip en Minister Wiersma.
De kinderopvang en het onderwijs zijn erop gericht kinderen zoveel mogelijk te stimuleren in hun ontwikkeling. In de kinderopvang gebeurt dit spelenderwijs en met een focus op vrijetijdsbesteding en in het onderwijs met een focus op educatie. Dit zijn verschillende expertises. In de kinderopvang is een belangrijke doelstelling bovendien het mogelijk maken van de combinatie van arbeid en zorg voor ouders van jonge kinderen. In de kinderopvang en het onderwijs wordt daarbij vanuit die verschillende expertises steeds intensiever samengewerkt. In de samenleving zien we daar veel mooie voorbeelden van. “Tegelijkertijd zien we dat samenwerking niet altijd even gemakkelijk van de grond komt. In de praktijk zijn er obstakels die de samenwerking in de weg staan”, aldus de Ministers.
De Kamerbrief is als volgt opgebouwd:
-Als eerste beschrijven de Ministers een aantal onderzoeken die gedaan zijn rondom de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs.
-Vervolgens lichten de Ministers de knelpunten in de samenwerking toe. Een deel van de knelpunten in de samenwerking is terug te leiden tot de verschillende doelen van kinderopvang en onderwijs, en de verschillen tussen het kinderopvang- en onderwijsstelsel.
-In deze brief zijn de mogelijke oplossingsrichtingen binnen de huidige stelsels in beeld gebracht. Oplossingen waar een stelselwijziging voor nodig is, worden buiten beschouwing gelaten.
-Per knelpunt en oplossingsrichting staat beschreven wie van de betrokken partijen het voortouw neemt om dit uit te voeren.
De volledige Kamerbrief is te raadplegen via deze link: Invulling van de gewijzigde motie van de leden Sahla en Maatoug over oplossingen voor geïdentificeerde knelpunten bij samenwerking tussen de kinderopvang en het onderwijs (Kamerstuk 31322-458) | Tweede Kamer der Staten-Generaal