Huishoudens met een inkomen tussen ongeveer 29.400 euro en 159.200 euro krijgen vanaf 1 januari een hogere kinderopvangtoeslag. Het ministerie van Sociale Zaken maakte dit plan, dat 429 miljoen euro kost, woensdag definitief. Dat kan voordelig zijn voor enkele honderdduizenden huishoudens.
Werkende ouders betalen het hele bedrag aan de opvang, waarna ze een toeslag van de overheid terugkrijgen, afhankelijk van hun inkomen. De toeslag voor het eerste kind, dat het meeste geld kost, gaat voor de middeninkomens met zo’n 10 procent omhoog.
Een gezin dat jaarlijks 45.000 euro verdient en één kind op de opvang heeft, krijgt dit jaar nog 87,3 procent terug van de kosten aan de opvang. Vanaf 1 januari is dat 96 procent.
Niet voor iedereen vooruitgang
Vanaf 2027 wil het kabinet 96 procent betalen voor de opvang van kinderen van álle werkende ouders, ongeacht hun inkomen. Nu loont het voor sommige mensen nauwelijks om een dag meer te werken, omdat ze dan ook een extra dag opvang moeten betalen.
Maar als de kinderopvang goedkoper wordt en werken dus lonender, gaan ouders lang niet altijd daadwerkelijk meer dagen werken. “Als er door een hogere toeslag tien extra kinderen naar de kinderopvang gaan, gaan er grofweg twee extra moeders aan het werk”, zegt Thomas van Huizen, econoom aan de Universiteit Utrecht. Wel wisselen ouders bij een hogere toeslag vaak de oppasopa’s en -oma’s in voor een dagje meer op de opvang.
Verder benadrukt Van Huizen dat de lagere inkomensgroepen er niet of nauwelijks op vooruitgaan. Goedkope opvang voor iedereen kan zelfs nadelig voor hen uitpakken. “Als er straks meer vraag komt naar opvang, kunnen opvangorganisaties meer geld vragen”, zegt hij.
Dat komt ook doordat er een personeelstekort is in de sector, waardoor medewerkers een hoger loon kunnen vragen. Dat wordt doorgaans doorberekend aan de ouders.
Uurtarief bevriest in 2026
Daar komt nog een tegenvaller bij in 2026. In dat jaar bevriest de overheid het maximale uurtarief, deels om eerder genoemde verhogingen te bekostigen. Dat betekent dat de werkelijke uurprijzen kunnen stijgen, maar de vergoeding gebaseerd wordt op een oud uurtarief. Alles boven zo’n maximumtarief, betaal je volledig zelf.
Het maximale uurtarief waarover de overheid toeslag berekent, is volgend jaar 10,71 euro. Nu is dat nog 10,25 euro. Voor de buitenschoolse opvang en gastouderopvang liggen die bedragen respectievelijk op 9,52 euro en 8,10 euro.
Door: José Boon.
Bron: www.nu.nl