Keynote-speaker Jitske Kramer was als kind al gefascineerd door culturele verschillen. Als antropoloog reist ze tegenwoordig de hele wereld over, maar ook dichtbij huis verkeert ze naar eigen zeggen in ‘permanente staat van lichte tot zware verwarring’, want: ‘als je beter kijkt wordt alles wat vertrouwd was vreemd en alles wat vreemd was vertrouwd’. Precies de reden dat Kramer op de Landelijke IKC-dag, waar kinderopvang en onderwijs traditiegetrouw samenkomen, haar verhaal mag doen. Kampvuren vormen de rode draad, en hoe die kunnen leiden tot Woest Aantrekkelijk Samenwerken.
Kramer begeleidt organisaties die worstelen met samenwerkingsvraagstukken. Haar voorbeelden over weerstand, conflicten, leiderschap en communicatie zijn zeer herkenbaar voor de circa 450 aanwezigen. ,,Soms ontstaan samenwerkingen uit pure liefde”, zwijmelt Kramer met een knipoog. ,,Maar vaker werken we vanuit een min of meer ‘gedwongen huwelijk’ met elkaar samen.” Zeker dan is het de kunst te bouwen aan een ‘sterke tribe’.
[Foto: Job van Velsen]
‘Wij zijn met meer’
Helaas is het onze primitieve neiging de andere cultuur te gaan bevechten. Daar liggen allerlei onbewuste cognities aan ten grondslag. De ander moet zich aanpassen, want: ‘wij zijn met meer’ of ‘wij zijn hbo’ers’. En, minstens zo ernstig, de overtuiging: ‘tja, wij zijn ook maar van de kinderopvang.’ Maar ondertussen zeggen we schijnheilig: ‘Wij zijn 100% voor een gelijkwaardige samenwerking. En by the way, hier zijn jullie lockers.’
Die tribe, de stam, is zo sterk als de onderlinge relaties, herhaalt Kramer. Iedere cultuur stelt zichzelf vragen over haar onderlinge relaties: Hoe gaan we om met onze leiders? Laten we ze wel of niet toe in de app-groep, geven we ze een eigen kantoor? Wat doen we met de minderheid? Als die zich niet gehoord voelt, gaat ze saboteren. Dat begint met een sarcastisch grapje, maar kan uitgroeien tot grote conflicten of ontslag. Daarom: organiseer voldoende kampvuursessies en laat mensen serieus meedoen, meepraten, meebeslissen.
De juiste mix
Grofweg kun je mensen volgens Kramer indelen in de krachten ‘power’ en ‘love’. ’Power’ staat voor doelgerichtheid en zorgt voor de bekende runners high, ‘Love’ daarentegen staat voor de relationele route. Is er te weinig ‘power’ in een team, dan gebeurt er niets. Maar is er te weinig aandacht voor onderlinge relaties (‘love’) dan valt uiteindelijk het hele team uit elkaar. Conclusie: je hebt beide nodig om een goede cultuur te smeden. Benieuwd naar de verhoudingen ‘power’ en ‘love’ in de zaal? Klik hier.
Zoveel IKC’s, zoveel praktijken
In de twee verschillende rondes met deelsessies die volgen kunnen de deelnemers kiezen uit een breed scala aan onderwerpen: van het IKC als wapen tegen kansenongelijkheid tot een spoedcursus privacywetgeving, en van de rol van gemeenten tot het laatste onderzoek naar trends in IKC-vorming. Bij de meeste sessies is iemand van de werkvloer aanwezig die het onderwerp kan inkleuren vanuit zijn of haar praktijk. Er worden volop ervaringen uitgewisseld en misverstanden de wereld uitgeholpen. Zo zit je met privacy niet automatisch goed als je toestemming van ouders hebt bij de overdracht van kindgegevens. Je mag deze alleen bewaren die je ze nodig hebt om je werk te kunnen doen (dataminimalisatie).
In één van de sessies klinkt een nuchter tegengeluid bij de opmars van IKC’s: Zorg dat je ook een exitplan hebt, voor als de samenwerking in praktijk niet van de grond komt.
Het geduld raakt op
Veelgenoemd is ook dit jaar weer de knellende wetgeving. De gescheiden geldstromen, cao’s en inspecties zijn de aanwezigen nog altijd een doorn in het oog. En het geduld raakt bij sommigen op, zo is te merken aan enkele kreten tijdens het laatste plenaire onderdeel. Deelnemers mogen dan vragen stellen aan de bestuurders van de vijf organiserende brancheorganisaties.
Magda Heijtel (Brancheorganisatie Kinderopvang) breekt op het podium een lans voor ouders: ,,Hoe bewaken we hun keuzevrijheid?” Niet iedere kinderopvang hoeft op te gaan in een IKC, benadrukt zij. Suzanne Konijnendijk van Vereniging Nederlandse Gemeenten vraagt de aanwezigen om niet alleen de samenwerking met elkaar, maar ook met zorgpartners op te zoeken.
Lex Staal (Sociaal Werk Nederland) spreekt zijn zorg uit dat sommige IKC’s teveel op zichzelf staande instituten worden, in plaats van het hart van de wijk. ,,Ook voor de kinderen die op straat lopen moet er plek zijn.” Andere bestuurders knikken instemmend. Daarom is het ook zo belangrijk dat die basisvoorziening, het toegangsrecht voor alle 0 tot 4-jarigen tot voorschoolse voorzieningen er komt.
,,Zit er nu al schot in de ontschotting?”, klinkt een vraag uit de zaal. Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad noemt als lichtpuntje dat VVD-er Heerema onlangs in de themadiscussie die de PO-raad en de BMK samen organiseerden, de deur op een kier zette om driejarigen toe te laten op school. ,,Dit klinkt nog klein, maar kan een doorbraak in het systeem betekenen. Want andere partijen willen wel.”
Als het aan de bestuurders van de vijf partijen ligt, is er geen weg meer terug en wordt de wettelijke grondslag voor het IKC in het volgende Regeerakkoord geregeld. Sharon Gesthuizen, voorzitter van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang: ,,In een wereld die steeds complexer wordt en waarin verhoudingen voortdurend veranderen, kun je zo’n belangrijk iets – de ontwikkeling van kinderen – toch niet gescheiden houden?”
‘Laten we stoppen elkaars personeel weg te kapen’
Nog een andere reden voor samenwerking: het personeelstekort. Den Besten: ,,Het primair onderwijs heeft soms last van het voortgezet onderwijs, waar mensen meer kunnen verdienen. Maar wij trekken op onze beurt weer mensen weg uit de kinderopvang. Als we niet samenwerken, ook met jeugdhulp, dan verplaatsen we alleen maar het probleem.”
Met de Tweede Kamer-verkiezingen in aantocht komen er weer volop kansen om die ontschotting nu eens echt te gaan regelen. Gesthuizen: ,,Het klinkt allemaal ver weg en dat frustreert mij ook. Maar dit is nu eenmaal de manier om dingen voor elkaar te krijgen.”
Met die hoop begint het gezelschap aan de borrel. Uiteraard tegen de achtergrond van een knisperend haardvuur.