Kinderopvangcentra mogen vanaf 1 februari 2024 meertalige dagopvang aanbieden. De Eerste Kamer heeft 9 november ingestemd met een wetsvoorstel van minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Hierdoor mag kinderopvang voor maximaal 50% van de dagelijkse opvangtijd in het Duits, Engels of Frans aangeboden worden. Buitenschoolse opvang mag al langer meertalig worden aangeboden.
Minister Van Gennip: “De wereld wordt steeds internationaler. Daardoor krijgen wijzelf, maar ook onze kinderen, steeds vaker te maken met andere talen. Daarbij geldt: jong geleerd, is oud gedaan. Daarom wil ik kinderen de mogelijkheid bieden om al in de kinderopvang een start te maken met het leren van een tweede taal. Dit helpt bij de ontwikkeling en taalvaardigheid van een kind, én kan een positief effect hebben op de latere arbeidsmarktkansen.”
Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat er een behoefte bestaat onder ouders naar meertalige kinderopvang. Met name naar kinderopvang in het Engels en in de grensregio’s is er behoefte aan Duits en Frans op de opvang. Door kinderopvang ook in deze talen aan te bieden ontstaat er een ‘doorlopende leerlijn’ met het basisonderwijs.
De afgelopen jaren is er geëxperimenteerd met meertalige dagopvang. Daaruit blijkt dat meertalige dagopvang voordelen biedt voor zowel kinderen bij wie Nederlands de thuistaal is, als voor kinderen voor wie Nederlands een vreemde taal is. Een verdeling van ten minste 50% Nederlands (of Fries of een streektaal) en maximaal 50% Duits, Engels of Frans heeft positieve effecten op de taalontwikkeling van kinderen.
Verdere voorwaarden voor meertalige dagopvang en buitenschoolse opvang worden uitgewerkt en later opgenomen in het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang’. Het streven is deze in het eerste kwartaal van 2024 te publiceren.