De minister van OCW, Robbert Dijkgraaf, heeft de Tweede Kamer op 4 juli een brief gestuurd over de voor- en vroegschoolse educatie. In het coalitieakkoord is deze ambitie opgenomen: ‘We voorkomen leerachterstanden bij de start door het stimuleren van de deelname van kinderen met een taalachterstand aan voor- en vroegschoolse educatie (VVE), het versterken van de kwaliteit, en door de relatie tussen opvang en onderwijs te versterken.’ Het ministerie van OCW heeft ter uitwerking van deze ambitie het programma Ontwikkeling Jonge Kind opgesteld. Het programma is een erkenning van het belang én van de noodzaak om in de ontwikkeling van jonge kinderen vanuit kinderopvang en onderwijs te investeren. Dit programma geldt voor twintig specifieke gebieden en bestaat uit vier interessante programmalijnen.

Vier programmalijnen

  1. De eerste lijn zet in op het stimuleren van de ontwikkeling van het kind in het gezin. Het programma wil ouders hulp en mogelijkheden bieden om ontwikkelingsgericht te kunnen spelen met hun kinderen en gaat gemeenten ondersteunen bij het inzetten van interventies hiervoor.
  2. Deze programmalijn beoogt meer kinderen die daar baat hebben gebruik te laten maken van ve. Het bereik moet omhoog.
  3. Programmalijn drie zet in op het gezamenlijk trainen en coachen van pedagogisch medewerkers ve en leerkrachten groep 1, 2 en 3. Er zal eerst advies gevraagd wordt over welke inhoudelijke focus het aanbod zou moeten hebben.
  4. Dit is de meest opzienbarende programmalijn. In deze lijn worden de groepen 1 en 2 versterkt met een onderwijsassistent of een pedagogisch medewerker naast de bevoegde leerkracht. De overgang van kinderopvang naar de basisschool is groot. En zegt de brief ‘de educatieve kwaliteit van de vroegschoolse educatie is lager dan die van de voorschoolse educatie.’ De BKR in de kinderopvang is beter voor kinderen dan die in groep 1 en 2. Zo stelt de brief: ‘Op basis van wetenschappelijke inzichten en signalen uit de praktijk wordt steeds duidelijker dat de grote klassen voor een belangrijk deel ten grondslag liggen aan de beperkte educatieve kwaliteit in groep 1 en 2. (..). Daarom stimuleer ik de inzet van een extra professional op de groep, naast de bevoegde leerkracht. De professional kan een onderwijsassistent zijn, maar ook een pedagogisch medewerker van de buitenschoolse opvang via bijvoorbeeld een combinatiebaan. De inzet van pedagogisch medewerkers lijkt te botsen met het daar bestaande personeelstekort, maar als combinatiebaan kan dit juist interessant zijn voor pedagogisch medewerkers van de buitenschoolse opvang die gezien de openingstijden alleen parttime contracten kunnen aangaan.’

Alleen voor twintig gebieden
Het programma Ontwikkeling Jonge Kind sluit aan bij het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Dit programma geldt voor twintig stedelijke focusgebieden.
Meer informatie over NPLV. Het nieuwe programma voor het jonge kind geldt dus alleen voor deze twintig gebieden*. Het NPLV heeft een specifieke uitkering (SPUK) ‘Kansrijke wijk’ waar de minister van OCW budget aan toevoegt voor de uitvoering van het programma Ontwikkeling Jonge Kind. Dat gaat om substantiële bedragen: voor 2023 gaat het om 20,8 miljoen en om 45,4 miljoen vanaf 2024. Dat is structureel geld. Op 3 juli is deze SPUK Kansrijke Wijk gepubliceerd. Gemeenten doen de aanvraag namens de lokale allianties in de stedelijke gebieden. De aanvragen moeten voor 30 september binnen zijn.

Jammer
De BMK ziet heil in deze plannen. Dat de brief niet ook door Karien van Gennip, de minister van SZW, is ondertekend is een gemis en tekenend voor het denken over kinderopvang. Voorschoolse educatie is belangrijk want het is educatie, aldus OCW. Terwijl wij allemaal weten dat kinderopvang in brede zin een nadrukkelijke rol speelt in de ontwikkeling van kinderen. Door vanuit twee ministeries te blijven denken houden we de tweedeling en de segregatie in het aanbod voor de jongste kinderen in stand.

Oproep aan het nieuwe kabinet
Laten we gaan voor kinderopvang voor álle kinderen van een heel hoog kwaliteitsniveau, zodat onze kinderen samen op kunnen groeien. Laat dat de opdracht van een nieuw kabinet zijn.

*) De twintig gebieden zijn: Amsterdam Zuidoost, Amsterdam Nieuw-West, Arnhem Oost, Breda Noord, Delft West, Dordrecht West, Den Haag Zuidwest, Eindhoven Woensel-Zuid, Groningen Noord, Heerlen Noord, Leeuwarden Oost, Lelystad Oost, Nieuwegein Centrale-As, Roosendaal -stad, Rotterdam Zuid, Schiedam Nieuwland-Oost, Tilburg Noordwest, Utrecht Overvecht, Vlaardingen West en Zaandam Oost.

Dowloads en meer lezen
Download de brief van minister Dijkgraaf, 4 juli 2023 – Voor- en Vroegschoolse educatie’
Meer informatie over NPLV
Lees meer over SPUK Kansrijke Wijk

Deel dit nieuwsbericht