Rapport Onderzoeksraad voor de Veiligheid ‘Lessen naar aanleiding van het ongeval met de Stint’
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) publiceerde vandaag haar rapport ‘Veilig toelaten op de weg– Lessen naar aanleiding van het ongeval met de Stint’. De OVV deed onderzoek naar de wijze waarop licht gemotoriseerde voertuigen, waaronder voertuigen als de Stint, op de weg komen. In de conclusie van het rapport stelt OVV dat niet de minister of Tweede Kamer zou moeten beslissen over de toelating van bijzondere voertuigen op de weg, zoals de Stint. ‘In plaats daarvan moet de onafhankelijke keuringsinstantie RDW hiervoor eindverantwoordelijk worden.’
Waarom wachtte het Ministerie zo lang met compensatie?
De Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang betreurt het dat er nu geprocedeerd moet worden over de vraag of er voldoende zorgvuldigheid in acht is genomen door het Ministerie toen de Stint werd toegelaten op de openbare weg. Dit heeft veel consequenties voor kinderopvangorganisaties die en masse moeten investeren in aanpassingen aan de Stint.
Aanbieders hebben erop mogen vertrouwen dat het Ministerie zorgvuldig handelde toen zij de Stint goedgekeurde en dat daarmee investeringen van aanbieders van kinderopvang gelegitimeerd waren. Toch zitten kinderopvangorganisaties nu met de gebakken peren.
Deze investeringen in de Stint heeft de sector een heel grote kostenpost opgeleverd. De BMK heeft compensatie voor kinderopvangorganisaties meermalen onder de aandacht van het Ministerie gebracht maar steeds nul op het rekest gekregen. Het Ministerie wilde daar nauwelijks over praten. Door dit tijdig in samenspraak op te lossen had geld, tijd en moeite bespaart kunnen worden.
BMK stuurde eind 2018 een brief aan het Ministerie: ’Ministerie kom ons tegemoet’
Op 14 november 2018 stuurde de BMK hierover een brief aan het Ministerie waarin wij schrijven dat BMK-leden vinden dat geld binnen de kinderopvang zou moeten worden geïnvesteerd in de kwaliteit en toegankelijkheid daarvan. “De overheid kan nu behulpzaam zijn door in overleg met ons te bezien op welke wijze de maatschappelijke kosten als gevolg van het wegvallen van de Stint kunnen worden verdeeld zodat kwaliteit noch toegankelijkheid hieronder lijden. De kinderopvang is in de ogen van de BMK-leden geen gewone marktsector: opvang is zowel een belangrijk element in de ontwikkeling van kinderen en bovendien een noodzaak voor werkende ouders. Wij zien een risico voor de toegankelijkheid van kinderopvang ontstaan want als organisaties niet in staat zijn de kosten op te vangen, moeten deze kosten worden doorberekend ten laste van ouders. BMK-leden wijzen erop dat hun organisaties juist geld willen investeren in de kwaliteit en in de toegankelijkheid van kinderopvang. En als organisaties al in staat zijn de kosten van het verbod op de Stints zelf op te vangen, gaan die kosten af van de investeringsruimte in de kwaliteit van de kinderopvang. Voor een oplossing om dit kwaliteits-en toegankelijkheidsrisico het hoofd te bieden, kijkt de BMK nadrukkelijk naar de overheid.’
Kosten niet verhalen op ouders
Nu blijkt dat de Stint niet veilig genoeg was op het moment dat kinderopvangaanbieders de Stint aanschaften, is het niet meer dan redelijk dat deze extra kosten niet bij de kinderopvangorganisaties komen te liggen. Een aantal organisaties kan deze investering zelf opvangen maar voor andere organisaties is afgelopen jaar gebleken dat de kosten rondom het Stintdrama voor een deel ook bij ouders terecht is gekomen; een slechte zaak vindt BMK. Kinderopvang moet immers voor alle ouders maximaal toegankelijk blijven.