Het kabinet heeft besloten dat ook voor de kinderopvang een aantal versoepelingen in de Coronamaatregelen worden doorgevoerd.
De belangrijkste wijzigingen voor de kinderopvang op een rij:
- Per 20 september 2021: De Bron en Contact Onderzoek (BCO)-adviezen voor de nauwe contacten in de kinderopvang (en het PO) kunnen worden versoepeld. Het OMT vindt het niet meer proportioneel dat bij een enkele besmetting in een groep of klas in de kinderopvang of het PO, de hele groep of klas een quarantaine- en testadvies krijgt. Bij uitbraken met meerdere besmettingen in een groep, kan de GGD nog wel aanvullende adviezen geven, waaronder indien nodig een quarantaineadvies voor de hele groep of klas. Het blijft wel van belang om leerlingen en hun ouders te informeren over de besmetting in de groep of klas, zodat in bijzondere omstandigheden, zoals een kwetsbare huisgenoot met een verhoogd risico op ernstig beloop, maatwerk kan worden geleverd in samenspraak met de GGD en eventueel de behandelaar van de huisgenoot.
Op termijn zou kunnen worden overwogen om aan kinderen jonger dan 13 jaar in het algemeen geen quarantaineadvies meer te geven als zij een nauw contact zijn van een besmettelijke index. Het OMT komt hier in een volgend advies op terug.
Het aangepast generiek kader en handelingsperspectief worden begin volgende week op onze website en die van de Rijksoverheid gepubliceerd.
- Per 25 september 2021: De anderhalve meter-regel wordt losgelaten.
De gezamenlijke branchepartijen zullen met het Ministerie van SZW het protocol kinderopvang aanpassen conform de nieuwe versoepelingen.
De nieuwe versie van het protocol wordt vóór 25 september op onze website en die van de Rijksoverheid gepubliceerd.
- De richtlijnen voor personeelsleden/gastouders die zwanger zijn, zijn vooralsnog niet aangepast. Zwangere medewerkers blijven dus vanaf week 28 alleen werkzaamheden uitvoeren waarbij het lukt om 1,5 meter afstand van anderen (zowel kinderen als volwassenen) te houden. De richtlijn is er ter bescherming van de zwangere werknemers en het ongeboren kind, om het risico dat zij lopen. Dit betekent dat een werknemer niet verplicht kan worden na 28 weken nog op de groep te werken.
De branchepartijen zijn nog in gesprek met het Ministerie van SZW hierover, en in het bijzonder over het eventuele onderscheid tussen wel of niet-gevaccineerde zwangere medewerkers.
Link naar de kamerbrief dd. 14 september (p 12.)