De zomervakantie is bijna ten einde en dat betekent dat kinderopvangondernemers werken aan de begroting voor 2020. De brancheorganisaties lieten een kostenprognose maken. Hoewel het nog wachten is op de nieuwe cao en de Rijksbegroting, zitten sommige ondernemers met de handen in het haar. Hoe bepalen zij de juiste uurprijs?
(het hele artikel is te lezen op de website van Kinderopvang Totaal)
Reactie BMK
Robert Sänger, bestuurder bij de BMK gaf zijn reactie. Hij begrijpt de worsteling van de ondernemer: ‘De aangekondigde verhoging van de maximum uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag van het ministerie blijft achter bij de verwachte kostenontwikkeling. Daarnaast heeft het ministerie voor 2020 opnieuw gekozen géén kostprijsdifferentiatie door te voeren voor 0- tot 1-jarigen en 2- tot 4-jarigen. De relatie tussen de hoogte van het maximum uurtarief en de kostprijs wordt steeds diffuser. Immers, ook de door het ministerie veronderstelde verlaging van de bkr in de bso heeft nauwelijks tot besparing op personeelsbezetting geleid. Voor buitenschoolse opvang is in 2019 wel het tarief gekort. Als organisaties door een betere bezettingsgraad in 2020 niet een verhoudingsgewijs lagere kostprijs kunnen realiseren gaat dit ten koste van het rendement. Mogelijk kiezen organisaties dan voor een sterkere stijging van het tarief dan dat het fiscale maximum uurtarief stijgt. Als het tarief daarmee (verder) boven het maximum uurtarief komt, stijgen de kosten voor ouders in 2020. Gesprekken van organisaties met oudercommissies vinden veelal in september plaats. De BMK verwacht in september/oktober meer informatie over tarieven in 2020 te ontvangen.’
Lees het artikel op KinderopvangTotaal (premium artikel, inloggen vereist)