Wat vindt de BMK van het coalitieakkoord?

We hebben allemaal enorm uitgekeken naar het nieuwe coalitieakkoord dat gisteren (15 december) verscheen. Het is echt geweldig én terecht dat kinderopvang een prominente plek en veel waardering heeft gekregen in het coalitieakkoord! Na de pijnlijke toeslagenaffaire ontstond er een breed gedragen politieke urgentie om de kinderopvangtoeslag af te schaffen. Dat is nu gebeurd en er worden fundamentele stappen gezet. Maar we zijn er nog niet, want het nieuwe kabinet laat kansen liggen om de kansenongelijkheid te bestrijden. Ons pleidooi om de kinderopvang voor zowel kinderen van werkende, als niet-werkende ouders toegankelijk te maken, wordt helaas nog niet opgevolgd. Daar blijven we ons dan ook voor inzetten de komende periode, want juist kinderen met kans op een achterstand hebben baat bij kinderopvang!

Afschaffing Kinderopvangtoeslag is een mijlpaal!
Het nieuwe coalitieakkoord betekent een doorbraak voor de kinderopvang in Nederland. Het complexe, foutgevoelige en discriminerende kinderopvangtoeslagstelsel wordt afgeschaft! De BMK heeft zich vanaf onze oprichting in 2016 hard gemaakt voor een financieringssysteem waarin ouders geen of alleen een kleine, eigen bijdrage betalen aan de overheid. Ook zijn terugvorderingen dan verleden tijd. (NB: op dit moment heeft 80% van de ouders te maken terugvorderingen en nabetalingen waardoor ze in de problemen komen.)
We hebben ons vanaf 2016 actief ingezet voor de invoering van Directe Financiering en waren verbijsterd toen staatssecretaris Van Ark dit in 2018 onverwachts stopzette. De BMK is altijd blijven pleiten voor afschaffing van de kinderopvangtoeslag die zoveel slachtoffers heeft gemaakt en zoveel drempels opwerpt voor ouders. In het nieuwe coalitieakkoord zien we deze inzet verzilverd en dat mag gevierd worden!

Reactie BMK: “Het nieuwe kabinet voegt daad bij woord en schaft de complexe, foutgevoelige en risicovolle kinderopvangtoeslag af. Dit markeert het einde van een tijdperk! De overheid gaat kinderopvangorganisaties rechtstreeks financieren waardoor ouders nooit meer de dupe worden van het systeem en kunnen vertrouwen op kinderopvang zonder risico’s en zonder gedoe. Dat is fantastisch nieuws.’

Kansenongelijkheid wordt vergroot
In het nieuwe coalitieakkoord lezen we dat kinderopvang voor kinderen van werkende ouders voor 95% door de overheid wordt betaald. En het nieuwe kabinet spreekt de ambitie uit om het vergoedingspercentage op te hogen naar 100%. Vanaf 2023 wordt de koppeling gewerkte uren (kgu) losgelaten. Dit betekent dat het na 2023 niet meer relevant is hoeveel uur een ouder werkt om recht te hebben op een hele dag kdv of een dagdeel bso.

Werkende ouders gaan een inkomens-onafhankelijke bijdrage betalen van 5%. Onze conclusie is dat dit coalitieakkoord kiest voor het scenario “eenvoudigere en betaalbare voorzieningen voor werkende ouders” uit het Eindrapport SVK (Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen). De scenario’s worden in het rapport als volgtijdelijk gepresenteerd en dit scenario kost 3 á 4 jaar volgens het rapport.

Het door BMK gewenste scenario met brede toegankelijkheid “kindvoorzieningen voor alle gezinnen” volgt op dit scenario en duurt nog iets langer. Het is met andere woorden de eerste stap op weg naar een basisvoorziening voor ieder kind, dus ook voor niet-werkende ouders. Vanwege de personeelstekorten in onze sector en de grote arbeidsmarkttekorten op de gehele Nederlandse arbeidsmarkt waar de coalitie een antwoord op zoekt, is hier waarschijnlijk voor gekozen.

Dit is een waardevolle eerste stap maar het kabinet mist hier twee belangrijke kansen.
Ten eerste omdat ook kinderen van niet-werkende ouders recht hebben op ontwikkelingskansen en de kinderopvang juíst voor kinderen van niet-werkende ouders het verschil kan maken en ontwikkelingskansen verbeteren! Het is essentieel voor de kinderen én de samenleving van de toekomst dat álle kinderen van 0 tot 13 jaar toegang krijgen en samen kunnen opgroeien. We zijn daarom ook blij dat er geen knip is gemaakt tussen 0-4 jaar en 4-13 jaar. Maar wel blijven we ons hard voor maken voor een uitbreiding naar de niet-werkende ouders en een oplossing voor de laagste inkomensgroepen. Dit doen we zowel bij coalitiepartijen als de oppositiepartijen die nodig zijn voor een meerderheid in de Eerste Kamer.

Ten tweede omdat deze eerste stap heel nadelig uitpakt voor de laagste inkomensgroepen.
Zij betalen nu maximaal 4% en straks 5%, dus juist deze meest kwetsbare groep gaat erop achteruit. Dit bevordert de kansenongelijkheid van kinderen en dat vinden wij een zorgwekkende ontwikkeling! Uiteraard gaan we in overleg met onze samenwerkingspartners om te kijken wat we op korte termijn in samenwerking kunnen doen, bijvoorbeeld met de gemeenten (VNG), het onderwijs (PO-raad), Jeugdzorg Nederland, Sociaal Werk Nederland, het Nederlands centrum voor Jeugdgezondheid, WomenInc, en anderen binnen de kinderopvangsector zoals de vakbonden FNV, CNV, Voor Werkende Ouders, Boink en BK.

Onze reactie hierop: “Het kabinet moet doorpakken, dus een recht op gelijke kansen en brede talentontwikkeling realiseren voor álle kinderen van 0 tot 13 jaar – ook kinderen van niet-werkende ouders – met sport, cultuur en huiswerkbegeleiding en in samenwerking met het onderwijs. Dat is investeren in een duurzaam stelsel voor de huidige én toekomstige generaties!”

Kinderopvang is voorwaardelijk voor de arbeidsmarkt
De inkomensonafhankelijke bijdrage van 5% zal een positieve stimulans geven aan onze krappe Nederlandse arbeidsmarkt. Want voor veel werkende ouders wordt kinderopvang stukken goedkoper. Voor ouders die in deeltijd werken wordt het aantrekkelijker meer te werken. Kinderopvang staat in dit coalitieakkoord ook als belangrijke oplossing voor de arbeidsmarkttekorten voor heel Nederland, omdat het voorwaardelijk is voor jonge ouders om te kúnnen werken.

Dit coalitieakkoord zorgt ook voor meer stabiliteit en waardering van de kinderopvangsector, wat bijdraagt aan het imago van onze sector. Dat is natuurlijk een mooi en goed vooruitzicht en ook heel hard nodig om medewerkers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. We zien nu dat er geïnvesteerd wordt in opleidingen, in zij-instromers en in het creëren van loopbaanperspectief. En we zien erkenning voor pedagogische professionals en het zinvolle werk dat zij doen. In samenwerking met onderwijs, cultuur en sport worden steeds meer volwaardige (combinatie)banen met aantrekkelijke arbeidscontracten geboden, in plaats van de snipper-uren contracten die sommige BSO medewerkers nu hebben.

Onze reactie hierop: Ook hier moet doorgepakt worden door het kabinet. Het oplossen van arbeidsmarkttekorten in heel Nederland begint met kinderopvang, omdat het voorwaardelijk is voor jonge ouders om te kúnnen werken. Door iedere medewerker in de kinderopvang kunnen 7 ouders aan het werk en zichzelf persoonlijk en professioneel ontwikkelen.

Veranderingen in het coalitieakkoord kosten tijd
Veranderingen kosten tijd. In de financiële paragraaf van het coalitieakkoord staat vanaf 2025: € 2,2 miljard euro extra gereserveerd; het kabinet verwacht dat er vanaf dat jaar meer gebruik gemaakt zal worden van kinderopvang. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat er een wetswijziging nodig is en de uitvoeringsorganisatie zal veranderen. Dit betekent dat we tijd hebben als sector om ons voor te bereiden. Komende maanden zullen we de ministeries opzoeken voor overleg over de uitvoering van dit coalitieakkoord. Hierin zullen we uiteraard de stem van de maatschappelijke kinderopvang krachtig uitdragen. Ons advies aan jullie, onze leden, is dan ook om de samenwerking met het onderwijs verder te versterken, omdat hier kansen liggen.

Relevante teksten uit het coalitieakkoord:
“We zorgen voor een goede start voor ieder kind op de kinderopvang, met het oog op de ontwikkeling van het kind. Zo maken we het voor ouders ook makkelijker om te werken. In stappen verhogen we de vergoeding van de kinderopvang tot 95% voor werkende ouders voor kinderen tot 12 jaar. De toeslag wordt straks direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen zodat ouders niet meer worden geconfronteerd met grote terugvorderingen. Op basis van de praktijkervaringen en gedragseffecten bezien we de ambitie om het vergoedingspercentage op te hogen naar 100%.”

 “We voorkomen leerachterstanden bij de start door het stimuleren van de deelname van kinderen met een taalachterstand aan voor- en vroegschoolse educatie (VVE), het versterken van de kwaliteit, en de relatie tussen opvang en onderwijs te versterken. Als onderdeel van een brede aanpak van bestrijding van armoede in kwetsbare wijken door gemeenten investeren we in een rijke schooldag, waarbij scholen zelf bepalen wat zij nodig achten om de kansenongelijkheid te verkleinen. Te denken valt aan begeleiding bij huiswerk, sport en cultuur in samenwerking met plaatselijke verenigingen en bibliotheken. We beginnen bij de scholen waar de nood het hoogst is.”

“We hebben de ambitie om de toeslagen af te schaffen, zodat mensen niet meer verdwalen in ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen. We zetten hiervoor deze kabinetsperiode de eerste stappen.”

 “We maken het aantrekkelijker voor ouders om werk en zorg te combineren doordat we in stappen de vergoeding van de kinderopvang tot 95% verhogen voor werkende ouders.”

De toeslag wordt daarnaast direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen zodat ouders niet meer worden geconfronteerd met hoge terugvorderingen. Ouders betalen alleen nog een kleine eigen bijdrage. Vanaf 2023 wordt de koppeling gewerkte uren (kgu) losgelaten.

—————–

10 januari 2022 (15.00 – 16.00 uur)  – Online BMK-ledensessie over het regeerakkoord

Op 10 januari 2022 van 15.00 – 16.00 uur organiseren we een online leden-sessie over de inhoud van dit nieuwe regeerakkoord en geven hier duiding aan.
Natuurlijk is er ruimte voor je vragen.

Programma volgt later.

Inschrijven kan via info@bmko.nl o.v.v. Ledensessie Regeerakkoord 10 januari

 

Deel dit nieuwsbericht