Gemeenten hebben met waardering kennis genomen van de Contouren van een werkagenda inclusief onderwijs 2035. De werkagenda heeft de ambitie om de stap te zetten van de individuele, passend onderwijs benadering naar een meer groepsgerichte, inclusieve onderwijsbenadering.
De BMK deelt deze ambitie. Met de partners VNG, het onderwijs, de samenwerkingsverbanden en de jeugdzorg werken we keihard aan het versterken van de pedagogische basis en het professionele en sociale netwerk rondom kinderen en jongeren. Wat die pedagogische basis inhoudt, wordt in de brief ‘gemeentelijke inbreng debat Passend Onderwijs’ toegelicht.
Tegelijkertijd zien we een afstand tussen de ambitie en de werkelijkheid waarin een deel van de kinderen en jongeren opgroeit, schrijft Leonard Geluk (directeur VNG) in de brief. Te veel kinderen hebben te maken met oplopende wachtlijsten in speciaal onderwijs, jeugdhulp en kinderopvang, te grote groepen, steeds weer wisselende gezichten (in de klas, de jeugdhulp, de kinderopvang), toets -en prestatiedruk, oude schoolgebouwen en armoede thuis.
Die rauwe werkelijkheid vraagt om een ambitieus en samenhangend antwoord. VNG vraagt de ministeries van OCW, SZW en VWS hier werk van te maken en over de schaduw van de eigen departementale kokers heen te stappen. Nu wordt te veel langs elkaar heen gewerkt, lossen we hardnekkige vraagstukken op met incidentele oplossingen en een aaneenschakeling van pilots die geen opvolging krijgen. Hier moeten we vanaf: als iets werkt, dan moet het staand en structureel beleid worden.
Concreet komt het pleidooi op het volgende neer:
1) Werk een gezamenlijke inzet van rijk, gemeenten en partners uit voor versterking van de pedagogische basis langs drie lijnen:
a) Opleiden – roep het kabinet op gemeenten, onderwijs, jeugdhulp en beroepsopleidingen (onderwijs en jeugdhulp) een gezamenlijke opdracht te geven en te faciliteren om lokaal/regionaal plannen te ontwikkelen, gericht op vernieuwend opleiden en de vorming van kennisnetwerken;
b) Organiseren – roep het kabinet op voldoende middelen te investeren in schoolgebouwen die inclusief onderwijs en de inzet van hulp daar mogelijk maken en bovendien vragen we om het gesprek met ons aan te gaan over hoe het pedagogisch klimaat op scholen te versterken;
c) Ontschotten – roep het kabinet op gemeenten en onderwijs gezamenlijk de opdracht te geven dit lokaal structureel te organiseren. En deze samenwerkingsopdracht ook te faciliteren. Dit betekent onder andere dat het rijk een stabiele langjarige financiering organiseert, oog heeft voor de tijd die de opbouw van echte samenwerking nodig heeft en de monitoring en verantwoordingslast beperkt .
2) Geef opdracht aan het kabinet om te komen tot een sterkere verbinding op landelijk niveau van de Hervormingsagenda jeugd, de verbeteragenda passend onderwijs, de route naar inclusief onderwijs, en de stelselherziening kinderopvang.
3) Kom tot een duurzame aanpak van personeelstekorten, voorbij de grenzen van de afzonderlijke sectoren. In de samenwerking tussen kinderopvang, jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg, sport, cultuur en onderwijs valt hier veel winst te behalen.
4) Financiën: integraal werken betekent ontschotten van budgetten tussen de ministeries van OCW, SZW en VWS. Het betekent ook het verminderen van de verantwoordingslast die gepaard gaat met de gelabelde en incidentele programma’s, pilots, specifieke uitkeringen en subsidies. Stel gemeenten, onderwijs en maatschappelijke partners in staat structureel en langjarig te werken aan een verbeterde maatschappelijke positie voor alle kinderen en jongeren.
(Het debat Passend Onderwijs vindt plaats op 5 april 2023).
Volledige brief:
Gemeentelijke inbreng debat Passend Onderwijs dd. 5 april 2023 (132kB)