Verlenging maatregel beroepskracht in opleiding (BIO’s)
Tot 1 juli 2024 mogen beroepsleerkrachten in opleiding voor 50 procent van de personeelsbezetting op een kindercentrum worden ingezet. Deze maatregel gold in eerste instantie tot 1 juli 2022, maar de Minister van SZW besloot deze maatregel met twee jaar te verlengen. De verruiming geldt alleen voor beroepskrachten in opleiding. Voor stagiairs (lees: BOL’ers) blijft gelden dat zij voor maximaal 33 procent van de personeelsbezetting op een kindercentrum mogen worden ingezet.
Kwaliteit staat voorop
Deze maatregel is met twee jaar verlengd, omdat het werven en inwerken van beroepskrachten in opleiding tijd nodig heeft. Daarnaast worden de mogelijkheden voor zij-instroom vergroot als beroepskrachten in opleiding (BIO’s) voor langere tijd een ruimer aandeel in de personeelsbezetting mogen leveren. Het is daarbij wel belangrijk dat er aandacht is en blijft voor de begeleiding van de BIO’s en voor de werkdruk van vaste beroepskrachten. Wij verwachten van de sector dat zij – in lijn met de CAO kinderopvang – zorgvuldig met de inzet van beroepskrachten in opleiding omgaan. Het behoud van kwaliteit staat voorop.
De Regeling is te raadplegen via de volgende link: Link naar Staatscourant 2022, 16823
Overig nieuws – Nieuwsbrief SZW
Duurzame aanpassingen
In het vervolgtraject aansluitend op de evaluatie van de Wet Innovatie en Kwaliteit in de Kinderopvang (IKK) zullen waar nodig duurzame aanpassingen in de kwaliteitseisen worden doorgevoerd. In dat traject zal, in samenhang met de andere eisen, ook worden gekeken naar de invulling van de kwaliteitseis voor het inzetten van stagiairs en beroepskrachten na 1 juli 2024.
Rekening houden met verzachtende omstandigheden in het toezicht
Een van de maatregelen om het personeelstekort in de kinderopvang aan te pakken is, dat in het toezicht en de handhaving rekening wordt gehouden met verzachtende omstandigheden. Dit is een standaard werkwijze in het toezicht, die eveneens van toepassing is in de huidige situatie met het personeelstekort.
Niet tijdelijk
De brief die de staatssecretaris op 29 november 2021 aan de Tweede Kamer stuurde, wekt de indruk dat deze werkwijze een tijdelijke maatregel is. Rekening houden met verzachtende (en verzwarende) omstandigheden is echter onderdeel van de werkwijze van het toezicht. Hiervoor geldt dus geen einddatum. De Vereniging Nederlandse Gemeenten en GGD GHOR Nederland hebben naar aanleiding van de Kamerbrief wel een specifieke denklijn opgesteld die toezichthouders helpt bij het in kaart brengen van de verzachtende omstandigheden of overmacht. Deze denklijn helpt handhavers bij het nemen van een handhavingsbesluit in deze situaties.
Beoordeling per situatie
De toezichthouder kan in zijn rapport betrekken of sprake is van verzachtende omstandigheden en beoordeelt dit in iedere situatie waarin niet wordt voldaan aan de kwaliteitseisen. Als de kinderopvangorganisatie tekortkomingen heeft door het personeelstekort, maar zich wel heeft ingespannen voor een goede oplossing en hierbij een verantwoorde keuze maakte, beschrijft de toezichthouder – naast de geconstateerde tekortkoming(en) – de verzachtende omstandigheid in het rapport. Hierbij kan hij ervoor kiezen om de gemeente te adviseren om niet te handhaven. De beslissing om wel of niet te handhaven ligt daarna bij de gemeente zelf. Het gaat bij deze werkwijze uitdrukkelijk niet alleen om situaties van overmacht, maar ook om andere situaties, zoals het personeelstekort, waarin sprake is van verzachtende omstandigheden.