Tweede Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks) bezoekt peuteropvang van Jongleren in Den Haag
Op uitnodiging van de BMK, BK, VNG, PO-raad en Sociaal Werk Nederland bezochten Tweede Kamerlid Lisa Westerveld en haar beleidsmedewerkers Davey Meelker en Janna Willems de peuteropvang van Jongleren. Aanleiding zijn de geluiden over de bijwerkingen van de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Juist ouders van peuters die het meest gebaat zijn bij goed peuterwerk blijven weg, vooral omdat de financiering nóg ingewikkelder is geworden.
BMK-medewerker Marjolein Lantinga en Ernst Radius van Sociaal Werk Nederland) waren ook te gast bij Jongleren. De peuteropvang van Jongleren zit in het integrale kindcentrum O3 in het hart van Rivierenbuur tin Den Haag. Emiel Grootscholten, manager van Jongleren, lichtte kort toe hoe voor hen de harmonisatie bij hen is verlopen en wat nu de stand van zaken is. Jongleren heeft in Den Haagruim vijftig peuterlocaties (de voormalige peuterspeelzalen) en bereikt zo’n 60% van alle Haagse doelgroeppeuters. Integraal kindcentrum O3 in hart van Rivierenbuurt Den Haag O3 is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang, peuteropvang en welzijn. CentrumO3 is sinds de start zo’n vijf jaar geleden echt het hart van de wijk geworden. Dat heeft ervoor gezorgd dat ouders uit de wijk van verschillende komaf ook weer kiezen voor deze school in de buurt.
Emiel vertelt dat tijdens de harmonisatie een overgangsregeling gold, waardoor O3 voor ouders een begeleide, zachte overgang kon worden gerealiseerd. Na de harmonisatie is het aanbod veranderd. Voor de harmonisatie kregen álle peuters 10 uur per week peuteropvang. Nu krijgen alle kinderen 6 uur per week; die zijn gratis voor ouders met weinig geld dankzij de Haagse Ooievaarspas. Ouders zonder deze pas betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Kinderen van ouders die onder de doelgroepregeling vallen krijgen daarbovenop nog 6 2 uur gratis opvang. Ouders van reguliere peuters betalen het volle pond voor alles boven de 6 uur, Ooievaarspas of niet.De nieuwe regelingen zorgen er wel voor dat de meeste ouders netto minder betalen voor peuteropvang. Het systeem is echter wel veel ingewikkelder geworden; ouders maken bovendien andere keuzes als ze de extra uren (dus boven de gratis 6 uur) zelf moeten betalen.
Dit werkbezoek leidde tot een Kamermotie die helaas niet is aangenomen.
Verslag van het bezoek
Uit een quickscan van Sociaal Werk Nederland bleek eerder al dat in heel Nederland doelgroepouders daarmee worstelen.Ook Jongleren ziet dat het bereik in 2018 metcirca100 peuters is gedaald. Er moesten groepen sluiten door de terugloop van peuters door het terugdraaien van het aantal uren voor niet-doelgroeppeuters. Voor 12 groepen viel het doek.Het is zorgelijk dat dus alleen al in deze wijk 100 peuters van de radar verdwijnen.Ook voor personeel heeft het consequenties: gelukkig konden veel pedagogisch medewerkers toen overstappen naar het onderwijs binnen O3, zodat gedwongen ontslagen niet nodig waren. Ondertussen stijgt de concurrentie onder aanbieders om deze werknemers aan zich te binden. Er is zowel bij onderwijs als bij de kinderopvang een groot tekort aan werknemers. Zoveel ouders, zoveel financieringen.
De financiering van de peuteropvang is in Den Haagvrij complex, stelt Emiel. Er zijn ouders met en zonder recht op kinderopvangtoeslag, ouders met recht op toeslag zonder Ooievaarspassen met Ooievaarspas, en ouders met ve-indicatie. De gemeente heeft het opvragen van deze oudergegevens uitbesteed aan Jongleren. Als organisatie moeten zij nu maandelijks veel informatie verstekken over de financiële situatie van de ouders, wat veel tijd en energie kost. Jongleren vangt zo’n 80% peuters op van niet-toeslag-ouders, tegen 20% ouders die wel toeslag kunnen krijgen. De gemeente Den Haag heeft bureau Buitenhek opdracht gegeven onderzoek te doen naar het niet-gebruik van peuteropvang. Maar zo stelt Emiel: ‘Het blijft lastig erachter te komen welke ouders hun kind niet naar de peuteropvang brengen of naar iets anders.’Invoering van 16 uur ve wordt een hele klus. De harmonisatie en straks de invoering van 16 uur ve veroorzaken wel een segregatie op de groepen. Steeds meer kinderen uit de doelgroep belanden bij elkaar in een groep omdat dat rooster technisch het best gerealiseerd kan worden voor 12 en straks 16 uur. Andere peuters kunnen maar 6 uur afnemen, wat samenstellen van de groep bemoeilijkt. Zorgkinderen,scholingen werkdruk. Ook ziet Emiel een toename van het aantal zorgkinderen die al vóór de basisschool naar passende opvang zouden moeten kunnen gaan. ‘Dat wil je liever niet, maar deze kinderen vragen meer tijd en competenties dan de medewerkers nu hebben.’Lisa Westerveld vraagt zich af daarvoor meer aandacht moet zijn in de opleidingen; of is enige bijscholing voldoende? Emiel meent dat hier nog meer aandacht voor zou moeten komen, zowel structureel in de opleidingen voor nieuw personeel als in bijscholing voor huidige medewerkers. ‘Het hoeven niet persé hbo-opgeleide mensen te zijn, maar ze moeten wel kennis hebben over specifieke zorgproblemen van jonge kinderen.’ Bovendien zijn medewerkers bij deze kinderen meer tijd kwijt aan het buiten de groepsuren om overleggen met de ouders, leerkrachten en andere professionals. Het overleggen met leerkrachten komt trouwens in gevaar als de werktijden van peuteropvang en het onderwijs te ver uit elkaar lopen. ‘Zeker als straks die 16 uur wordt.
Lisa Westerveld is benieuwd of de ontwikkelingen ook hebben geleid tot meer administratieve druk op medewerkers. Emiel: ‘Zeker: dat komt vooral doordat ouders aan de pm’ers ook vragen stellen over onder meer financiering.’ Bovendien hebben pm’ers minder tijd voor niet-groepsgebonden taken, door de uitbreiding van de groepsuren. Ook dat geeft extra druk. Het gebruik van goede observatie-instrumenten kost wel tijd maar levert ook iets goeds op. Het is dan wel jammer dat er vaak geen tijd is om dat goed te bespreken met ouders of de leerkracht van groep 1.
Alles bij elkaar kosten al die verschillende financieringsstromen en verantwoordingen de organisatie als geheel veel tijd en energie.We concluderen dat we met z’n allen proberen zoveel mogelijk kinderen te bereiken en dat ook de gemeente Den Haag daarvoor het nodige doet,samen met de kinderopvangorganisaties. Door de overvloed aan financiële stromen en regels is het er 4echter niet eenvoudiger op geworden; voor ouders niet en voor doelgroepouders al helemaal niet.